Maanden leef je er naartoe en dan is het opeens alweer voorbij: Kerstmis. Al in september oefenden we zo nu en dan receptjes om te kijken of ze door de strenge selectie van het kerstmenu zouden komen. Vele gerechten sneuvelden. Uiteindelijk werd het een zevengangen menu. Mooi uitgebalanceerd met producten van kwaliteit. En alles vanaf nul gemaakt. Dus de sjalottensaus met rode port op basis van een zelf getrokken bouillon en ook de bisque begon ooit als visafval.
Eerste Kerstdag was weer een klein feestje: een wandeling door het naastgelegen Amsterdamse Bos, een goede pot sjoelen, allerlei cadeautjes en grappige en/of mooie gedichten. En niet te vergeten: een copieus diner. Alle hulde voor de kok, oftewel Mathijs, want die had zich flink uitgesloofd. Ik heb dit jaar relatief veel achterover geleund. Goed geregeld dus. Zoals altijd evalueerden we samen met het hele gezin het jaar en spraken we over onze verwachtingen en plannen voor de toekomst. Een moment van bezinning (en met de nodige wijn wordt iedereen lekker loslippig). De locatie mocht er zeker ook zijn: het kersverse penthouse van zus E en vriend M, een prachtig appartement…
Mama was verantwoordelijk voor de styling van de tafel en de menu’s. Een erg leuk detail van het menu zat hem niet in de gerechten, maar in het verleden. Mama bleek onze oude kerstmenu’s bewaard te hebben. De pagina stond vol hanenpoten, ijs met verassing, Raak in plaats van wijn, chaslichpennen, tekeningen en dopewten. Bijna zag je ons weer als drie kleine meisjes in feest/prinsessenjurken kerstklokjes op de menu’s tekenen. We zongen liedjes bij de piano waarop een mobiel stond dat door de warmte van kaarsjes draaide en tingelde. Ook in de kerstboom brandden echte kaarsjes. En papa las een kerstverhaal voor. Heerlijk toch? Kerstmis: het blijft smullen!