Bubbelwaardig

Hij staat: de handtekening! Vandaag hebben we het voorlopige koopcontract getekend. De officiële drie dagen bedenktijd zijn in gegaan (maar dat is meer een formaliteit) en daarna is het zaak om de financiering in orde te krijgen (en dat moet zeker lukken). Het voelt heerlijk om het zwart op wit en getekend te hebben. Het maakt het allemaal een stuk echter. Na het bieden per telefoon en het mondelinge akkoord hadden we allebei zoiets van ‘hmm ok, nu hebben we een huis gekocht’. Het is gewoon raar hoe gemakkelijk dat gaat. Maar nu, nu staan onze parafen en handtekeningen en die van de verkoper onder talloze papieren. Ik kan niet wachten! Vanavond bubbels…

Kleine lettertjes

Weer een blog over huizen kopen? Jazeker! Er zijn namelijk een hoop ontwikkelingen. Zo gaan we morgen het voorlopige koopcontract tekenen dat in eerste instantie van geen kant klopte (deze makelaar valt wat ons betreft af). Na op hoge poten gebeld te hebben, bleek het allemaal oplosbaar te zijn. En dus gaan we morgen onze krabbel zetten. Jippie!

We zijn al bij twee keukenspecialisten geweest en hopelijk staat er vanavond een rondje keukenboeren op het programma. Want die keuken uitzoeken is me toch leuk! Wel of geen Quooker? Vijf of zes gaspitten? Ik droom weg bij van die uittrekbare apothekerskasten, langwerpige tegels, diepe lades en combimagnetrons. En die nieuwe douchecabine? Zullen we anders meteen maar een stoomcabine doen?

Ook leuk zijn de tafeltjes die we van zus E. en zwager M. geërfd hebben. Inmiddels zijn ze zwartbruin met witte pootjes, met dank aan Mathijs’ inspanningen. Maar wat minder leuk zijn de hypotheek en bijbehorende zaken. We gingen voortvarend van start, lieten ons overal adviseren en lazen alle kleine lettertjes. En toch blijven er iedere keer nieuwe vragen komen. Is een arbeidsongeschiktheidsverzekering noodzakelijk? En welke verzekering keert wanneer uit tegen welke premie? Iemand nog tips? Pfft… We duiken er nog even goed in al duizelt het af en toe. Ondertussen houden we ons vast aan de leuke dingen. Gelukkig maken die veel goed.

One issue party

Ik ben niet zo gezellig op het moment. Waarom? Omdat ik alleen maar kan denken en praten over huizen inrichten, keukens uitzoeken en het financieren van een koophuis. In mijn hoofd is weinig ruimte voor andere zaken. Ja, ik knik zo nu en dan vriendelijk wanneer iemand mij iets vertelt dat niet binnen bovenstaande categorieën valt. En op gepaste momenten stel ik een vraag. Dat is mijn vak, dus de automatische piloot is zó ingeschakeld. Maar veel liever had ik het gehad over een zespits-gasfornuis, notariskosten en de kleuren voor in de slaapkamer.

Niet erg aardig, nee, dat geef ik toe. Ik hoor de hele tijd vrienden J. en B. van de wintersportvakantie roepen: ‘one isseu party’. Hopelijk weet ik de schijn een beetje hoog te houden. Ondertussen moet er natuurlijk ook gewerkt worden. En de komkommertijd is hier nog niet aangebroken, als die al aanbreekt… Dat is aan de ene kant prettig want de dagen vliegen voorbij. Maar aan de andere kant geeft dat minder tijd om met collega’s te babbelen over hun hypotheekvorm en keukentegels.

Eigenlijk is deze blog ook een verkapt excuus om over het onderwerp huizen kopen te schrijven. Maar geloof me, ik doe écht mijn best om mijn ogen open te houden voor de rest van de wereld. Ik weet dat er autocoureurs zijn met een schedelbasisfractuur, dat er in Gouda niet op de grond mag worden gespuugd en dat er een zeldzame giftige spin in mijn eigen woonplaats is gesignaleerd op een tros bananen. Heb geduld met me. Op 1 november krijgen we de sleutel, dus ik verwacht rond 1 januari weer aanspreekbaar te zijn over andere zaken in het leven.

Lijstjes in de chaos

Gisteren rond deze tijd waren we volop aan het bieden op ons nieuwe huis. Ons huis ja, want het is dus gelukt. De adrenaline stroomde door mijn lijf en ’s avonds vertelde ik stralend aan iedereen die het wilde weten dat we een huis hadden gekocht. Inmiddels zijn we een dag verder en ben ik nog steeds super-mega-giga-blij. De adrenaline is wel uitgewerkt en mijn hoofd begint vol te stromen met vragen, informatie en dingen die we moeten doen. Jeetje, wat komt er veel bij kijken.

Niet alleen de financiering, het voorlopig koopcontract, rentestand, bouwtechnische keuring en taxatie passeren de revue, ook zaken als adreswijzigingen, aanvragen van een parkeervergunning, zoektocht naar de beste en goedkoopste energieleverancier, afweging of ik een nieuwe tandarts en huisarts ga zoeken, zijn aan de orde. En zit er een dierenarts in de buurt? Hoeveel bouwdepot hebben we nodig? Is het slim internet mee te verhuizen of op het adres te laten en een nieuw abonnement af te sluiten? Pfoe en hoe zit het met de keuken? Hoe ver van tevoren moet je die bestellen? We weten de exacte maten nog niet eens.

Mijn hoofd tolt ervan. Iedereen geeft advies, wat ik erg waardeer, alleen is het een beetje teveel informatie momenteel. Ik krijg het allemaal niet rondgebreid. En dus doe ik wat vrouwen in mijn familie al generaties doen: ik maak een lijstje. Of beter gezegd: lijst. Alles wat me te binnen schiet, zet ik erop. En dat is bestwel veel. Maar, als iemand nog tips heeft, dan hoor ik dat graag. Zet ik het er gewoon bij op mijn lijst. Kwestie van afstrepen straks.

Hieperdepiep hoera!

Onwerkelijk, onmogelijk, fantastisch, bizar. De ene emotie overspoelt me na de ander; blij, hyper, bang, extatisch, zenuwachtig, gespannen. Hieperdepiep hoera: we hebben een huis gekocht! Na zeven maanden zoeken is het gelukt. Per 1 november zijn we de trotse eigenaren van een eengezinswoning in het centrum van Tilburg!

Het waren zeven maanden van vrijblijvend zoeken en advies vragen bij professionals, familie en vrienden. Het kopen van het huis zelf is gek genoeg verbazingwekkend snel beklonken. Na al dat dromen, bekijken, afkeuren en bepraten, wordt het opeens heel concreet en echt. Vanmorgen deden we het eerste bod. Om drie uur was het rond. En tja, dan heb je dus opeens een huis gekocht. Hoe raar! Gisteravond zat ik via ikea.nl de keuken al in te richting en straks mag ik dat dus gewoon écht doen. Hoe onwerkelijk.

Ik kan dan lopend naar de stad. En lopend naar de sportschool. Even nog een terrasje pakken als het te warm is om te slapen. ’s Morgens wakker worden in een hele grote slaapkamer, mét nog te bouwen op maat gemaakte kast. Dan naar beneden lopen naar de prachtige woonkamer en in de gloednieuwe keuken een kopje thee zetten. Door de openslaande tuindeuren kijk ik naar buiten terwijl de katjes om mijn benen kroelen. Hmm, ik droom al weg bij het idee. En oja: nooit meer snelsnel voor zeven uur naar de Plus op het Van de Mortelplein omdat ie anders dicht is. Maar nog wel het allergaafste: samen met Mathijs een eigen huis hebben, een plek speciaal voor en helemaal van ons. Dat is toch fantastisch! Ik feest nog even verder hier.

N.B. ik heb een hekel aan uitroeptekens, maar maak voor de gelegenheid een uitzondering.

Huizenstress

Al maanden zijn we op zoek naar een huis. We hebben meerdere gesprekken bij hypotheekadviseurs gevoerd, urenlang gezocht op Funda, vele brochures aangevraagd en flink wat huizen bekeken. En nu lijkt het dan zover te zijn; we hebben serieus iets op het oog. In februari zaten we in eenzelfde situatie, alleen kaapte toen een ander stel het huis voor onze neus weg. Dat was balen, maar zoals mensen al zeiden, uiteindelijk niet erg. Want het had niet zo moeten zijn en we hebben er nu helemaal vrede mee. Het is de vraag of het huis waar we misschien/waarschijnlijk op gaan bieden, hét huis is.

En dan wordt het opeens heel reëel. Ik voel me een beetje een kleuter die monopoly speelt. Ben ik echt wel klaar voor zoiets grotemenserigs als het kopen van een huis? Wat als ik iets verkeerd doe? We zitten er straks wel helemaal aan vast. Keer op keer zet ik de feiten op een rij. Kunnen we het betalen? Wat zijn de maandlasten ongeveer? Is het een goede investering?

En wat voor bod doen we, als we een bod doen. Gelukkig is Mathijs goed in onderhandelen (ik kijk op de achtergrond mee), maar toch; een huis is wat anders dan een ijsmachine. Hoe hoog zetten we in? Wat is schappelijk? Hoe krijgen we het huis voor de beste prijs? Ik kon er vannacht gewoon niet van slapen. Nou weet ik dat de beste strategie is om het niet te veel te willen. Want dat merkt de tegenpartij. Dus probeer ik mijn hoofd koel te houden en me niet teveel te verheugen. Dat mag pas wanneer de koop rond is. Als dat al gebeurt. Pfft stress…

Ook lekker op sloffen

Voor mijn verjaardag kreeg ik onder meer het boekje ‘Hoge hakken in de keuken’, een kookboek speciaal voor vrouwen. In eerste instantie was ik een beetje verbaasd, want ik sta dus echt nooit met hoge hakken in de keuken. Sloffen, gympjes of op sokken: ja! Maar hakken? Wat dat betreft ben ik niet echt een meisje-meisje. Ik kijk altijd vol jaloezie naar vrouwen die zonder moeite over de Bossche keitjes balanceren op superhoge naaldhakken. Het zal wel door de platvoeten komen, maar bij mij ziet het er allesbehalve bevallig uit. En het doet pijn.

Maar genoeg over die hakken, een goed kookboek is altijd welkom. En dit is echt een heel leuk exemplaar. Afgelopen weekend vond ik het hoog tijd om eens een recept te maken. Al vanaf de eerste blik op de index wist ik dat ik de Tobleronemousse moest proberen. En zo geschiedde. Het was een gemakkelijk recept, een hooggehakte dame kan de was doen, en het smaakte op zijn zachts gezegd verrukkellijk. Dus wil ik het jullie niet onthouden.

Tobleronemousse
200 gr Toblerone
150 ml slagroom
2 eiwitten 
voor vier personen

Klop de eiwitten stijf in een schone, vetvrije kom totdat je de kom op z’n kop kunt houden en de boel op z’n plek blijft (eventueel de kom even insmeren met een citroentje en dan met heet water afspoelen om vetvrij te maken). Klop in een andere kom de slagroom. Smelt de Toblerone in stukjes au bain marie, roer niet (!). Haal van het vuur en laat een beetje afkoelen. Meng de slagroom en het eiwit voorzichtig (luchtige halen). Doe een lepel van dit mengsel bij de gesmolten Toblerone en spatel. Doe nu de Toblerone bij het mengsel in de kom, spatel luchtig door. Laat minimaal een uur afkoelen in de koelkast.

Heerlijk met verse aardbeitjes!

Voetenresearch

Just another day at the office: vanmorgen mocht ik genieten van een voetreflexmassage in het kader van artikelresearch. En we hadden voeten nodig voor de foto, dus tja, dan offer ik me wel op. Ik had nog nooit zo’n massage gehad en het was een bijzondere ervaring. In je voeten zitten drukpunten die via energiebanen corresponderen met organen elders in je lichaam. Door die drukpunten te stimuleren hef je blokkades op en help je het lichaam zichzelf te genezen en van afvalstoffen te ontdoen.

Ik voelde me in eerste instantie een beetje opgelaten zo met fotograaf. Mijn doorgezakte platvoeten zijn nou niet bepaald het toonbeeld van elegantie. Ter compensatie had ik mijn nagels voorzien van een felrode lak. Die knalde er flink uit op de foto. Ik ging liggen en moest me ontspannen. Geen probleem met rustgevende muziek en geurkaarsen. Ria begon. Ze ging langzaam de drukpunten af. Ik voelde wanneer er een punt geprikkeld werd en soms was dat pijnlijk. Dan schoot er een steek door mijn voet wat betekende: een blokkade. Ria vroeg dan of ik misschien last had van mijn keel (euh ja, herstellende van keelontsteking), moe was (ja!), soms hoofdpijn en nek- en schouderklachten had (als ik moe ben) en of ik soms ongesteld moest worden (privé). Rustig masseerde ze elk drukpunt. Ze ontdekte dat ik mijn hersenen veel gebruik (klopt natuurlijk) en dat het met mijn hart, lever, alvleesklier en galblaas wel goed zit. Mijn lymfeklieren en holtes waren minder fit, logisch met een verkoudheid (overblijfsel van de keelontsteking). Van het masseren kreeg ik het erg warm en mijn handen waren klam van het zweet. Logisch, zei Ria, in je handen zitten ook uiteinden van dezelfde energiebanen. Aan het einde masseerde ze mijn voeten heerlijk na met een lavendelolie.

En nu is het de vraag wat er gebeurt. Sommige mensen krijgen er meteen energie van, anderen krijgen last van alle afvalstoffen en worden moe. Ik vermoed dat ik in de tweede categorie val want sinds ik de massage gehad heb ben ik moe en loop ik als een stonede zombie rond. Logisch, met al die griepbacillen in me. Het was echt heerlijk ontspannend, een aanrader. Wat ik nog wel het fijnste vond is dat iemand met aandacht en liefde mijn voeten masseerde. En dat ikzelf met aandacht en liefde naar mijn lichaam luisterde, me bewust was van mijn eigen lijf. Dat mag ik wel wat vaker doen.

Fotografie: Dirk Kreijkamp

Jammer Pollevie

Ik had collega T. beloofd weer eens een blog te schrijven over iets waar ‘hij bij was’. Nou hadden we toevallig gisteren met een aantal collega’s een terrasje gepakt, dus een mooi onderwerp om aan te pakken. We togen rond zes uur richting stad, waar de terrassen al flink gevuld waren. Het was zoeken naar een plekje en uiteindelijk kwamen we bij Pollevie terecht, een eetcafé op een leuk binnenpleintje in de binnenstad van ‘s-Hertogenbosch.

De biertjes smaakten goed, we hadden een mooi plekje bemachtigd en ook de eerste hapjes gingen er als zoete koek in. En toch was het bezoek aan Pollevie niet voor herhaling vatbaar. En dat kwam met name door de bediening. Het eten was best lekker. Ik had pasta met truffel, groene asperges en oude kaas. Het smaakte goed, maar was iets te gaar en bevatte bijzonder weinig truffel. Maar al met al: prima pasta’tje.

Twee collega’s hadden een gerecht waarbij frietjes en salade hoorde. De serveerster zei op de automatische piloot ‘eet smakelijk, frietjes en salade komen er zo aan’. Maar die kwamen dus niet. Wel kreeg een andere tafel tien minuten na ons frietjes en salade, wat ons deed vermoeden dat we nogal vergeten werden. En dus vroegen we hoe het zat aan de oververhitte, ietwat sacherijnige ober. Die zei dat het toch gratis was (!). Waarschijnlijk bedoelde hij inbegrepen bij de prijs, maar toch. Niet erg handig geformuleerd en ook bepaald geen goede reden om een tafel van friet en sla te onthouden. Vijf minuten later vroegen we het zijn vrouwelijke collega, die het ‘bullshit’ vond dat hij had gezegd dat het gratis was. En gelukkig kwam het er vervolgens snel aan.

Al met al was het erg gezellig op het warme terras met alle lieve collega’s. en ook erg leuk om oud-collega W. weer eens te spreken. Alleen viel de service van Pollevie nogal tegen. Los van bovenstaande anekdote hadden we per persoon gemiddeld twee à drie drankjes meer gedronken als ze regelmatig langs waren gekomen of de drankjes sneller hadden geserveerd. Een gemiste kans. Volgens mij stonden ze met te weinig (kundig) personeel. Terwijl een goed mannetje (of vrouwtje) meer zichzelf meteen terug betaalt in een hogere omzet. www.pollevie.nl: typisch geval van jammer.

Flos-zin

Ik weet het: ik loop hopeloos achter, de meeste mensen gebruiken het al jaren en zo bijzonder is het nou ook weer niet. Maar ik heb dus de elektrische tandenborstel ontdekt. In welke grot ik heb gezeten? Nou, de ‘ik blijf gewoon handmatig poetsen want dat is goedkoper en al die elektrische onzin heb ik thuis niet nodig’-grot.

Laatst moest ik voor controle naar de tandarts (geen gaatjes, joepie). Na een grondige blik op mijn gebit kreeg ik op mijn kop van hem omdat ik te hard poetste. ‘Daar werden mijn tanden echt niet witter van en ik poetste mijn tandvlees kapot’, reclameerde hij. Ik moest met een zachte borstel gaan poetsten. Maar dan voelt het niet lekker schoo-hoon, zeurde ik. Toen volgde het advies om een elektrische tandenborstel aan te schaffen. En aangezien ik over dertig jaar ook nog graag tandvlees heb, moest ik er wel aan geloven.

Heel toevallig kreeg ik hetzelfde advies trouwens het weekend voor mijn controle van vriendin M. van zus L. die mondhygiëniste is. Zij raadde ook elektrisch poetsen aan én zag meteen dat ik poetste na het eten van zure dingen. Oeps, lachte ik met mijn lippen op elkaar, want dat klopte als een bus. En dus is er een revolutie gaande bij mij thuis. Ik poets nu voordat ik zure dingen eet in plaats van erna én elektrisch. Ik ben dolblij met mijn Oral-B Professional Clean. Mijn tanden hebben nog nooit zo glad gevoeld, mijn mond blijft fris en mijn tandvlees intact. Ik krijg er zelfs zin van om te flossen, want dan voelt het helemaal lekker schoon. En ik heb zin in mijn controle over een half jaar. Alleen lukt het me niet om helemaal kwijlloos te poetsen, zelfs als ik geen water gebruik. Hopelijk baart oefening kunst.