Stof tot denken

Kritiek: het blijft lastig. In mijn jaren als redacteur heb ik enorme bakken stront over me heen gekregen, ontelbare keren goedbedoelde kritiek geïncasseerd en een flinke dosis opbouwend commentaar verstouwd. In het begin vond ik het lastig; had ik enorm mijn best gedaan op een tekst moest het compleet anders. Maar daardoor werd de tekst wel beter en zorgde ik ervoor dat ik die kritiek de volgende ronde niet opnieuw zou ontvangen.

Mijn meest kritieke moment is geweest toen ik zakte voor mijn afstuderen schrijvende pers. Ik werd gewogen en te licht bevonden. En ze hadden nog gelijk ook. Door mijn studie ben ik grotendeels heen gefietst, maar bij het afstuderen bleek dat de lat toch wat hoger werd gelegd dan leuk geflierefluit. Pijnlijk, maar ontzettend leerzaam.

Inmiddels weet ik wat ik wel en niet kan, wat mijn sterke en zwakke punten zijn. Geïnterviewden willen vrijwel altijd iets aan een tekst veranderen, daar ben ik aan gewend. Soms omdat het niet klopt, andere keren omdat we van mening verschillen en in weer andere gevallen omdat ze er iets over te zeggen willen hebben. Deze week kreeg ik het commentaar terug op een stuk dat ik had geschreven over een debat. Zeven van de acht mensen waren positief, variërend van ‘prima’, tot ‘mooi verwoord’, ‘goed verslag’ en ‘vlot geschreven’.

Alleen één persoon was not amused. Ik zal de kritiek hier niet letterlijk neerpennen, maar hij was het er alles behalve mee eens. En dat stak me. Niet omdat ik dacht dat hij gelijk had, maar omdat ik moeite had met zijn toon. Die was nogal elitair. Mijn hart ging sneller kloppen en ik voelde dat ik boos werd. Aan de andere kant vond ik ook weer niet dat dit het waard was om me over op te winden. Ik verwerkte zijn wijzigingen en stuurde een zakelijke mail terug. Maar vanmorgen moest ik er weer aan denken. Waarom was hij zo negatief? En waarom zat ik ermee? Toen kwam ik deze spreuk tegen: feedback zegt net zoveel over jou, als over de persoon die hem geeft. Daar ga ik even over nadenken. Fijne feestdagen allemaal!

Winters mysterie

Eigenlijk dacht ik dat ik het gedroomd had, maar de volgende ochtend bleek er toch echt een weg-afzet-hek voor ons huis te staan. Het gebeurde in de nacht van zaterdag op zondag rond 2.30 uur. Ik werd wakker van een enorm kabaal. Het klonk alsof ze voor onze deur met een hamer op ijzer aan het kloppen waren. Dat kan niet, dacht ik terwijl ik me omdraaide. Maar het lawaai hield aan en dus wierp ik een blik uit het raam. Weliswaar zonder lenzen (twee keer min 4) kon ik een oranje behest figuurtje ontdekken in de witte sneeuw. Het zal wel, dacht ik, terwijl ik weer het warme bed indook.

Zo nu en dan schrok ik wakker van het lawaai, maar iedere keer draaide ik me weer om. ’s Ochtends dacht ik dat ik het gedroomd moest hebben. Wie plaatst er nou middenin de nacht een wegafzetting? Toen ik het een paar uur later aandurfde om naar buiten te gaan, zag ik dat het toch waar was. Onze straat was aan beide kanten afgezet en een stukje verderop hing rood-wit-gestreept lint.

Het blijft alleen nog een mysterie wat er is gebeurd. De sneeuw bedekt het namelijk. Wel kan ik een soort van gat in de weg zien zitten. Maar waarom? Geen idee. Mijn fantasie slaat op hol, zou het een grondverzakking zijn of een vuurwerkinslag? Mathijs blijft er erg nuchter onder en zet me weer met beide benen op de grond; dat moet een bevroren gas-, riool- of waterleiding zijn. Hmm, aha! En zo gebeurde er toch nog iets tijdens deze witte winterdagen voor kerst.

Smaakvolle stresskerst

Kerst viel vroeg dit jaar, afgelopen vrijdag zaten wij namelijk al aan de kerstdis met de vaste medewerkers van Polly, de baas en ex-baas en de bijbehorende aanhang.  Mathijs en zijn keukencollega D. hadden zich flink uitgesloofd in de keuken. De rest van ons genoot van half acht ’s avonds tot vier uur in de ochtend. Pas toen sloten we de deur achter de laatste gasten en ploften we neer op de bank. Het was een erg geslaagde avond, alleen waren we de volgende dag niet zo fit. Heel gek.

Het menu bestond uit een oestertje, daarna een amuse van aardappel-pistache-puree met gegrilde coquille en truffelaardappelchips, vervolgens een soepje van rivierkreeft met Cognac, als tussengerecht risotto met tomatenchutney, zeeduivel en krokant gebakken parmaham, als hoofdgerecht lamsfilet met vijgensaus, soesjes van aardappel en amandel en gegrilde groene asperges. Het dessert bestond uit een deegbakje met daarin gecarameliseerde appeltjes en een sabayon van Calvados. Tot slot aten we nog een kaasplankje na. Nouja plankje: zeg maar gerust plank.

Verfijnd, smaakvol, gedoseerd en heerlijk, kortom: het was goddelijk. Heel toepasselijk voor een kerstdiner waar we in principe de geboorte van Jezus – zij het twee weken te vroeg – vieren. Mathijs kookte de sterren van de hemel – om het maar even bij kerstclichés te houden – en de kerstballen uit de boom. Normaal gesproken  doet hij dat ook op eerste kerstdag bij mijn ouders thuis. Alleen heeft hij deze kerst een jaartje vrij. De gangen zijn verdeeld over de overige culikundige aanwezigen. Ik mag zorg dragen voor het hoofdgerecht en dat vind ik erg leuk. Normaal gesproken ben ik namelijk de wind onder de vleugels van Mathijs- zeg maar. Nu mag ik uit de schaduw stappen en zelf iets smaakvols creëren. Ondertussen blader ik driftig door al mijn knutselkookboeken op zoek naar Het Perfecte Gerecht. Ik leg de lat lekker hoog voor mezelf, dus ik ben benieuwd. Wordt het een smaakvolle hoofdschotel of een gestreste Mel. De tijd zal het leren.

Pruttelkontje

Al eerder beschreef ik mijn grote liefde voor mijn neefje Luca. Afgelopen zaterdag is de liefde weer een klein beetje gegroeid, net als de kleine man zelf, want toen mocht ik weer met hem knuffelen. Where is the love? vroegen The Black Eyed Peas zich af. Nou hier dus. Luca was gegroeid, maar is met zijn bijna-drie-weken nog steeds een superschattig, inimini, pietepeuterig hulpeloos dotje mens. Met zijn kleine vingertjes, tongetje uit de mond (waar is de melk?), luierkontje en grote ogen steelt hij de harten van iedereen. Ja, zelfs als hij op mijn schoot zijn luier voelbaar vol pruttelt vind ik hem nog aandoenlijk. Ach, poepie gedaan? Mijn meest volwassen kant komt naar boven.

Raar idee dat dit kleine mannetje over een maand of wat kan zitten, straks steeds meer contact maakt met de mensen en wereld om hem heen, over een jaar een dreumes is en over twaalf jaar een puber (ze schijnen er tegenwoordig erg vroeg bij te zijn met die puberteit). Zo hulpeloos en volledig aan de zorg van zijn ouders overgeleverd als hij nu is, bepaalt hij het complete leven van mijn zus en zwager. Alles draait om Luca. Slaapt hij? Hoeveel eet hij? Huilt hij? En waarom? Raar dat hij over vijftien jaar een puisterige, sprieterige jongen is die illegaal vuurwerk afsteekt, met vrienden rondhangt op de hoek van de straat, stiekem spijbelt en zijn ouders aan hun kop zeurt om een scooter voor zijn verjaardag.

Van mij mag hij nog wel even klein blijven. Al volg ik natuurlijk elke ontwikkeling op de voet, hoe klein ook. Op naar het eerste lachje, tandje, stapje en fruithapje!

Verhuisdingetjes

Ik verwaarloos jullie een beetje, ik weet het. Waarvoor mijn excuus. Maar ik heb mijn handjes in de tussentijd flink laten wapperen.  Afgelopen weekend zijn we namelijk verhuisd en gisteren hebben we ons oude appartement officieel opgeleverd. Twee mooie anekdotes:

Ex-bovenbuuf M en ik tillen wel even een kastje naar beneden. Dat kunnen wij wel hoor. De anderen zijn allemaal naar het nieuwe huis, dus we zijn op onszelf aangewezen. Buuf M gaat onder en ik pak het eigenlijk net iets te zware kastje van boven, we maken de draai, nog iets naar links, naar rechts, even wachten. En dan… zitten we klem. Buuf M staat tegen de muur met het kastje tegen zijn gezicht gedrukt. Mijn been zit een paar treden hoger klem tussen kast en traptree en ondertussen kraakt een van de deurtjes vervaarlijk. En wij? Wij lachen ons een breuk wat niet echt helpt als je eigenlijk kracht moet zetten. Uiteindelijk herpakken we onszelf en brengen de kast naar beneden. De scharnier van het deurtje is helaas wel gesneuveld.

In het nieuwe huis wordt vriend J opgehaald door twee voetbalvrienden. Alleen is de verhuiswagen nog niet leeg. Nou, dan helpen die jongens toch gewoon een handje mee! En zo kwam het dat ik middenin de verzameling dozen en huisraad in de woonkamer een wildvreemde jongen tegenkwam die vroeg waar de tas met fotolijstjes naartoe moest.

Ik zal die tv wel even aansluiten. Daar draai ik – als vrijgevochten vrouw – mijn hand toch niet voor om! Ik volg het stappenplan nauwkeurig en wacht enkele seconden tot het installatiemenu in beeld verschijnt. Er gebeurt niets. Nog een keer alles van begin af aan. Niets. Hmm, straks toch maar even aan vriend B vragen als hij langs komt. Die ontdekte vrij snel waar het aan lag; het is handig als je de scartkabel erin doet…

Die dingetjes houd je toch. En zo kan ik nog wel even doorgaan (ook met meer succesvolle acties overigens hoor). We doen ons best en het wordt steeds gezelliger!