Kaasfondue, regen en takke-takke-takke

Van 20 maart tot 27 maart maakten veertien vrienden en ik Frankrijk onveilig. We verbleven in een prachtig chalet in Les Coches – La Plagne. Lees: on-Frans ruime kamers, toiletten letterlijk ‘met de benen buiten’, goed geoutilleerde keuken, open haard, zithoek, creatieve eettafel, tv-hoek en van alle gemakken voorzien. Eén minpuntje: het lag een beetje in the middle of nowhere.

TakkeTakkeTakke
Makelaars weten het: locatie, locatie, locatie. Onze locatie was prachtig, maar lag dus een beetje afgelegen. De hele week hebben de heren gezocht naar TakkeTakkeTakke oftwel: Jägerbommen (Jägermeisterborrels die met een ritmisch getakketak in glazen RedBull vallen). Het was zoeken naar een speld in een hooiberg, maar de allerlaatste dag hebben we het schouwspel toch mogen aanschouwen in een stinkende kelder vol Arcadespelletjes. Het euforische gejuich impliceerde een WK-overwinning. Helaas kostte het drankje 8 euro per glas…

Busje komt zo
De après ski was er dus eigenlijk nie(t). We probeerden The last one: pub met vloerbedekking, fluistermuziek en veel tv-schermen. En we zochten ons een breuk naar Le Swan. Later bleek het om één en dezelfde pub te gaan, maar dan verbasterd met een Frans accent uitgesproken. Een dag skieden we naar La Plagne om daar Scotty’s onveilig te maken. Erg gezellig hoor, maar of het de lange skitocht van Julia nou waard was… Of wel Juul? De terugweg van Scotty’s was overigens wel legendarisch. We presteerden het om bijna een uur lang in een busje liedje na liedje te schreeuw-zingen. Met name Sander bleek over een onovertroffen keelgeluid te beschikken. Arme buschauffeur…

Après ski-alternatief
Wat deden we dan de rest van de avonden? Nou pokeren, kletsen, als een zombie naar rare docu’s op tv kijken en – natuurlijk – hints spelen. Hints? Ja, wij zijn een beetje retro en het is weer helemaal hip. De strijd tussen de (vijf) meisjes en (zes) jongens was heftig. Joelen, boe-roepen, klinkt-als en neehee, tweede lettergreep. En wat waren we goed. Probeer maar eens Schindler’s List, Mmm, mmm, mmm, mmm of Heal the World (met één beweging) uit te beelden. Geniaal.

De sneeuw
Hebben we ook nog geskied en gesnowboard? Jazeker. De eindeloze pistes van Paradiski konden ons zeker bekoren. Hier en daar wat ijs, een beetje veel papsneeuw, soms wat regen, maar vooral veel zon en op de allerlaatste dag nog een traktatie sneeuwstorm met verse sneeuw. Ik wisselde per ongeluk een skistok om na de lunch (een hogere zilvergrijze stok lijkt dan ook echt op een zwart kleiner exemplaar), helaas is die nooit meer teruggevonden. Rikkert verloor een ski in de stoeltjeslift met dank aan de liftbeambte die iets te enthousiast bezig was met zijn sneeuw-opspuit-apparaat. En Nikkie nam een keer de verkeerde ski’s mee uit de garage. Die leken overigens wél exact op de hare. 

Überhip
In Les Arcs vonden we een hippe tent, met dj, zon en ligstoelen. Helaas waren er maar twee wc’s en werden we omringd door iets te überhippe, verklede mensen (een badpak vind ik ietwat overdreven op de piste, ook al is het eind maart), ontzettend veel lekkere wijven en geen enkele knappe vent. Dansende Russen en retro-skipakken uit één stuk wedijverden met elkaar om de lelijkheidsprijs. Het fluorescerend gele pak won met stip. 

De Engel van Putten
Aan alles komt een eind. De laatste avond luidde overigens ook de laatste avond voor De Engel uit Putten in, ook wel het snot-etende-meisje genoemd. Na een lange reis van een vriendelijk tuin in Putten naar Amsterdam en van Amsterdam via Tilburg naar Les Coches, sneuvelde ze helaas door een rotje. Dat ze moge rusten in vrede. En dat we volgend jaar weer een nieuwe mascotte vinden!

Skikriebels

Terwijl de lentekriebels bezit nemen van iedereen – vandaag is het de warmste dag in vier maanden – heb ik de sneeuwkriebels. Meer dan twee meter sneeuw ligt er in La Plagne waar ik met veertien vrienden ga skiën. Voor zondag staat nog veel meer ijskoude neerslag gepland, dus het wordt rustig aan beginnen (want veel sneeuwval = weinig zicht) en vervolgens genieten van kraakverse, witte sneeuw.

Ik zie het al voor me: brede, rustige pistes, waar ik moeiteloos naar beneden zoef (de skiërs kennen het ritmische geluid van bochten maken en de verdere stilte om je heen). De zon op mijn gezicht, de frisse berglucht in de neus en een panorama aan bergtoppen om me heen. Na het skiën proeft dat welverdiende biertje extra lekker. En je bent toch net wat minder geremd (lees: gek doen) dan thuis waar je iedereen kent. Mathijs heeft me op het hart gedrukt voorzichtig te zijn op de skipiste, maar in de kroeg mag ik de beest uithangen (met de wetenschap dat ik natuurlijk een verloofde dame ben).

Toen ik vorig jaar thuis kwam van de wintersport, had ik heimwee naar de vakantie. Het was Zo Ontzettend Leuk geweest, dat ik het liefst meteen een nieuw reisje had geboekt. Maar ik moest geduld hebben. En na een tijdje ebde de heimwee weg en maakte plaats voor andere fantastisch leuke zaken als zomervakantie, de verhuizing, tante worden en het huwelijksaanzoek. Wat een jaar! Nu de wintersport voor de deur staat, kwam hij eigenlijk een beetje als een verrassing voor me. Oja, naast al die leuke dingen waar ik mee bezig ben, mag ik ook nog een weekje skiën!

Na die week pak ik de boel gewoon weer lekker op. Een weekendje mijn kleine neefje op bezoek, huwelijksvoorbereidingen, jurk en ringen (jaja) doorpassen, uitnodigingen versturen. Genieten van de lente… Je hebt van die tijden dat alles tegen lijkt te zitten. Maar nu, nu is er geluk en blijheid in overvloed. En dat houd ik graag vast. En ik gun het jullie allemaal! Daarom beloof ik plechtig om tijdens het proosten in de zon in de après-ski even aan jullie te denken en aan hoe gelukkig ik ben. Lief hè. Santé alvast!

De Jurk

De zenuwen gierden door mijn lijf toen ik gisteren de deur opende van de prachtige ingerichte bruidswinkel Amala in Breda. Ik ging mijn jurk uitzoeken. Vergezeld door een belachelijk groot entourage van zes dames (mams, schoonmama, zus E en vriendinnen P, M en N) en bijna net zoveel fototoestellen (nee mevrouw tijdens het passen mogen er geen foto’s gemaakt worden) dronk ik een kopje thee en mezelf moed in. De vriendelijke dame van de winkel besprak mijn wensen en selecteerde een aantal jurken. Spannend!

Eerst trok ik het torselet aan (soort korset) dat me totaal niet stond. Gegarandeerd geen spetterende huwelijksnacht met deze lingerie, schoot er door mijn hoofd. Maar ach, daar heb je ook weer speciaalzaken voor. De eerste jurk was er eentje die ik in een blad had gezien. Ik verwachtte er veel van. Maar, zoals de verkoopster al zei, eigenlijk krijgt de eerste jurk nooit een eerlijke kans. Het is gewoon wennen om jezelf in zo’n prinsessenwit gewaad te zien. Maar dat het niet De Jurk was, was duidelijk.

Ik heb in totaal zo’n tien jurken gepast, waarvan er maar eentje niet mooi genoeg was om uit het pashokje tevoorschijn te komen. Dat viel me alles mee. De andere jurken werden met klemmen strak gezet op mijn rug en ik schreed, de rok aan de voorkant optillend, theatraal richting de kleine verhoging voor de spiegel op mijn na vijf minuten al knellende schoentjes. En dan laat je jezelf maar bewonderen. Ik werd er een beetje verlegen van (jij? ja ik), maar kreeg de smaak na een paar jurken te pakken. Er bleven uiteindelijk drie kanshebbers over waarvan er eentje heel erg boven budget was. Die viel dus af. De andere twee paste ik nog een keer en al snel was het duidelijk. De Jurk was gevonden.

De fototoestellen knipten en ik straalde. De verkoopster nam mijn maten op, plaatste een spoedbestelling en legde uit hoe het verder zou gaan. Een spoedbestelling? Ja, het kan drie tot vier maanden duren om een jurk te laten maken. En dan moet er nog wat tijd zijn voor kleine aanpassingen. Dat duurt te lang, dus hopelijk kan ik eind juni mijn jurk opnieuw passen in mijn eigen maat. Ik ben er nog een beetje beduusd van, maar o zo blij. Een prinsessendroom komt uit.

Oneerlijk verdeeld

Een vrouw van 130 jaar oud in Geörgie was afgelopen woensdag in het nieuws omdat haar kleinkinderen vonden dat ze een plekje in het Guiness Book of Records verdiende. Ze kwam uit het jaartal 1880. Achttientachtig. Ik kom uit 1980. Gek idee dat het mogelijk is dat ik nog honderd jaar op deze aarde rondloop. Dat ik denk dat dertig een keerpunt moet zijn, terwijl het slechts een beginnetje is.

Een dag later – donderdagavond – keken we naar Over mijn lijk. Dit programma op BNN is een vorm van reality-tv die pijn doet. Geen giebelende meiden of nep-BN’ers die over onzin bakkeleien, maar vijf jonge mensen die de dood in de ogen kijken. Bijvoorbeeld een jongen van vijftien jaar, vel over been, met botkanker voor wie het laten zetten van tatoo’s te vermoeiend is. Vijftien is de helft van dertig en zoals ik hem zag op tv, wordt hij niet ouder dan 16 jaar.

In het voorstukje van volgende week zag ik een meisje een trouwjurk passen. Bij haar symboliseert het huwelijk niet zozeer het begin van de rest van haar leven, maar meer een bezegeling van wat is geweest. Het is oneerlijk, verdrietig en ronduit pijnlijk dat sommige mensen 130 jaar worden en anderen al bij 30 afscheid moeten nemen. Ik ga het elke week kijken en zet de zakdoekjes alvast klaar. Ik vind het verschrikkelijk om die jonge mensen te zien aftakelen, maar noodzakelijk om mezelf een spiegel voor te houden. Zo had het ook kunnen zijn, dus geniet van wat je hebt. En dat doe ik.

Assepoesterdroom

Als klein meisje droomde ik van een prinsessentrouwjurk. In mijn sprookjesboek stond bij het verhaal van Assepoester een tekening van de hoofdpersoon in een prachtige Sissi-achtige jurk. Hoepelrok, strak lijfje, mooie details. Ik zag mezelf al zwieren en zwaaien als prinses van het bal. Een jaar of tien later tekende ik wel eens trouwjurken, zoals ik die voor me zag. Ik betwijfel of ieder meisje er zoveel van droomde, maar voor mij is het dus iets heel speciaals. Raar dat het nu zover is dat ik écht een trouwjurk mag gaan uitzoeken.

Maar eerst was het de beurt aan mijn zus E. Zij trouwt in september. Van tevoren bladerden we samen door wat boekjes en kwamen tot de conclusie dat we compleet andere wensen hadden wat betreft De Jurk. Net als onze bruiloften heel verschillend zijn trouwens. En gelukkig maar. Afgelopen zaterdag gingen zus L, mams en ik mee jurken passen met zus E. (snappen jullie het nog?) in een kleine Amsterdamse bruidswinkel helemaal volgepropt met witte tule, satijn, kraaltjes, siersteentjes en kant.

Zus E. was een klein beetje zenuwachtig. Het is ook nogal wat, om jezelf in een heuse trouwjurk te zien. Eenmaal aangekomen selecteerde ze vijf jurken en werd ze in een korset en hoepel gehesen. Eén jurk waarvan ze een plaatje uit een tijdschrift had geknipt, zat helaas niet in het assortiment. Wel kon de verkoopster iets soortgelijks vinden.

Jurk 1 werd aangetrokken en zus wandelde wat onhandig uit het pashokje. Apart zo’n trouwjurk! Maar jurk 1 ging het niet worden, al leek hij op papier een grote kanshebber. Jurk 2, 3 en 4 vielen wel goed in de smaak. Jurk 5 en 6 weer niet. Ondertussen keken we met ervaren blikken naar mijn inmiddels elegant voortschrijdende zus in weer een andere jurk. Nee, deze niet! Of ja: o, die is mooi. Uiteindelijk waren er twee favorieten en na nog een keer passen bleek de door de verkoopster aangedragen jurk De Jurk te zijn.

En daar stond ze dan, mijn grote middelste zus. In een prachtige prinsessenjurk, te stralen met een twinkeling in haar ogen. Zal ik hem dan maar nemen? Vroeg ze een beetje onzeker, het is nogal een belangrijke aankoop namelijk. Wij knikten van ja. En daar kwamen de waterlanders (ja dat wordt nog wat op die trouwdagen straks). Ik ben erg benieuwd hoe ze eruit ziet op de grote dag, mooi opgemaakt, haren gekapt, boeket erbij. Het wordt vast prachtig! En zaterdag mag ik… Het wordt nu wel heel erg spannend.