Aftellen geblazen

Nog 28 dagen en dan mag ik 30 kaarsjes uitblazen. Momenteel ben ik dus nog 29 jaar. Op de rand van volwassenheid. Een lopend dertigersdilemma. Nee, nu overdrijf ik, met dat dilemma valt het reuze mee. Waar zou ik over moeten twijfelen? Lieve verloofde, leuke baan, mooi huis… Als ik denk aan wat ik voor mijn dertigste had willen bereiken, zit ik mooi op schema. Alleen dat boek nog. Maar aangezien zoiets tijd nodig heeft, verzet ik die deadline naar 40 jaar.

Een half jaar geleden vond ik het best een beetje lastig dat de 30 in zicht kwam. Met alle respect voor dertigers, veertigers en senioren, 30 is een stuk ouder dan ‘iets met twintig’. En als ik heel eerlijk ben, ben ik best trots&blij met mijn jeugdige uiterlijk – ik word meestal jonger geschat. Het grote verval start voor mijn gevoel bij dat getal 30, ook al weet ik dat het wetenschappelijk en fysiek gezien eigenlijk al bij 18 begint, laat staan als je als tiener teveel drinkt. Wat ik natuurlijk niet gedaan heb.

Maar nu, vier weken van tevoren, begin ik het eigenlijk wel leuk te vinden. Hoe dat komt? Ik ben de zaken eens gaan relativeren. Om me heen hoor ik de laatste tijd best wat nare verhalen over mensen die ernstig ziek worden en te jong sterven. Mijn conclusie: ik wil oud worden, graag zelfs. Liefst een jaar of tachtig, wegkwijnend met Mathijs op een bankje in een park, lieftallig elkaars hand vasthoudend met een spelend kleinkind dat naar ons toe komt rennen om een kunstje te laten zien. Zoiets. En als ik zo oud wil worden, dan hoort dertig worden daar ook bij. En dan ben ik – relatief gezien – nog hartstikke jong. Nog niet eens op de helft. Kom maar op met dat feestje dus!

Lentelekkers

Het is eind april en dat betekent: asperges, vers fruit (aardbeien) en andere groente uit de tuin, want de boel gaat weer bloeien. Ik sta te trappelen om met volle teugen te genieten van al het lentelekkers. Daarbij schijnt de zon ook nog eens volop. Dat vergroot de culinaire feestvreugde nog meer want: met bubbels, rosé of een lekker witbiertje in de zon. Ik kan de barbecue al bijna ruiken.

De eerste keer klassieke witte asperges zijn een feit. En dat was smullen. De aardbeitjes ga ik morgen halen op de markt. Hopelijk zijn ze al lekker zoet. En gisteren heb ik de eerste zomerse salade gemaakt. Namelijk eentje met fijn gesneden koolsla, komkommer, gerookte kip, gebakken kastanjechampignons , bosui, verse munt en peterselie. Daarbij had ik een dressing gemaakt van sinaasappel, citroen, sesamolie, ketjap en oosterse kruiden. Een aanrader, al zeg ik het zelf.

Als hoofdgerechte maakte ik gewokte voorjaarsgroente met knoflookgarnalen en stukken aardappel. En daarbij mijn eigen favoriete jus. Namelijk van gestoofde sjalotten. Supersimpel, maar o zo smaakvol. Het werkt als volgt:

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius. Ontvel een stuk of wat sjalotten. Voor twee personen pak ik er ongeveer zeven (ja veel hè, maar het kan echt). Zet een pannetje op het vuur met een scheutje olie en doe de sjalotten er in hun geheel in. Maak wat bouillon met een blokje, bijvoorbeeld groentebouillon. Blus de sjalotten als ze warm zijn af met een scheut wijn en doe de bouillon erbij zodat ze onder staan. Hopsakee in een ovenschaal (eventueel met wat tijm of rozemarijn) en 45 minuten laten staan. Daarna even proeven, eventueel wat peper toevoegen en met een vork de uitjes enigszins uit elkaar trekken. Lekker bij aardappelen, grove groente en vlees.

Sauna Veenendaal, een impressie

Veenendaal, zondag 11.00 uur. De vogels fluiten, een eend steekt waggelend de weg over – kwaak – en alleen een geoefend oog kan restjes onkruid vinden tussen de ontluikende planten in de aangeharkte tuinen. De kerk loopt uit. Netjes geklede gezinnen op de fiets beginnen aan een zonnige, rustige dag. Aan het eind van de middag staat er opnieuw een bezoek aan de kerk op het programma. Het lijkt of de tijd heeft stilgestaan. Godsvreugde zoals het bedoeld is, de Biblebelt ten voeten uit.

Zelf ben ik op pad naar een ‘Adam en Eva’-festijn, om even in het thema te blijven. Ik ga de hele dag naakt poedelen, zonnen en me laten verwennen in sauna de Utrechtse Heuvelrug. Een soort viering van het lichaam, al zou ik het zelf eerder een minivakantie voor geest en welzijn noemen. Heerlijk is het. Na een lichaamsscrub, rugmassage en gezichtbehandeling glim ik als nooit tevoren en is mijn huid weer perzikzacht. Hoogtepunt van de dag is de schoonheidsspecialiste die me 25 of 26 jaar schatte. En zij kan het weten. Ander hoogtepunt is het wegdoezelen in de zon met een groene thee en een coupe vers fruit. Er zijn ergere dingen.

Deze sauna heeft een ander publiek dan ik gewend ben. Daar waar ik normaal versgetrimde kale lichaamsdelen zie, prijken nu welige bossen. De schaamhaartrend is nog niet doorgedrongen in de Biblebelt. Op zich niet gek voor een regio die erom bekend staat vaccineren al een te grote ingreep van de mens te vinden. En dus worden we omringd door baarden, bossen en hele velden van haar. En dat is toch een wat minder smakelijk onderdeel van de dag.

Zus L. is zo lief om me na afloop naar het station te brengen. We passeren grasvelden, koeien, woonerven en ontelbare nieuwbouwhuizen. De straten gaan maar door en door in kronkels en 30 km-zones. Ik raak mijn oriëntatiegevoel helemaal kwijt, maar gelukkig houdt zus L. het hoofd koel. Net op tijd bereik ik het kleine, betonnen station West. Mijn uitweg uit Veenendaal. Weer op weg naar de bewoonde wereld.

Spelletjes doen

Ik houd van spelletjes spelen. Kolonisten, pokeren, allerlei kaartspellen, Hotel, Scrabble, Mens-erger-je-niet, Rummicub… ik ben er bijna altijd wel voor te porren. Nou schijn ik bestwel wat geluk te hebben bij het spelen van deze spelletjes (bron: Mathijs). Al vind ikzelf dat het mijn vasthoudendheid, kunde en kennis van zaken zijn, die me zo vaak de overwinning bezorgen.

Spelletjes bestaan bij de gratie van regels. Zonder regels is een spelletje stom. Dan kun je niet zeggen ‘hahaaa, dat mag helemaal niet!’. En dat zou zonde zijn. Nu las ik vandaag het volgende op Nu.nl: 

Brits Scrabble laat voortaan eigennamen toe

NEW YORK – Revolutie bij Scrabble: voor het eerst in de historie van het spel worden de regels aangepast. Bij de nieuwe variant voor de Britse markt, die in juli wordt geïntroduceerd, mogen de deelnemers ook talrijke eigennamen gebruiken.

Dat meldden Britse media dinsdag. Het spel blijft in ieder geval in Canada en de Verenigde Staten ongewijzigd, aldus Canadese media. Het speelgoedconcern Mattel UK wil met de wijzigingen het klassieke bordspel aantrekkelijker maken voor jongeren, zodat zij met letters bijvoorbeeld de naam van een bekende popster kunnen leggen.

Dat is net zoiets als zeggen dat je ook best voor een graan en een hout een straatje mag bouwen. Of dat een flush met vier ruiten en één harten helemaal rood is en dus ook goed. Ik vind het vloeken in de kerk. Je maakt het spelletje makkelijker zodat er meer mensen mee willen doen. Een redenatie van niks. Als je het spelletje te moeilijk vindt, moet je maar een potje gaan pesten. Of yathzeëen. Verder ben ik heel flexibel hoor.

Wat is de Wat?

Als je ziek bent tijdens feestdagen, vind je jezelf toch wel een beetje zielig. Ik wel in ieder geval. Daarbij komt dat mijn wederhelft van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan het werk is, dus er is niemand die thee voor mij zet of een dekentje haalt. Gelukkig ben ik al aan de beterende hand. Er is deze dagen niet bijster veel op tv, dus ik heb gisteren mijn boek maar uitgelezen. Vandaag misschien nr twee? Après-ski leest als een trein, dus ik sluit het niet uit.

Datzelfde kon ik niet zeggen van Wat is de Wat van Dave Eggers. Dit 636 pagina’s tellende boek gaat over het leven van een Soedanees die op jonge leeftijd uit Zuid-Soedan vlucht en uiteindelijk, na vele vluchtelingenkampen, ontbeteringen en bijna-dood-ervaringen naar Amerika emigreert, waar hij met veel moeite een bestaan probeert op te bouwen. Niet echt een vrolijk boek. Het vertelt over de ene na de andere verschrikking op een heel nuchtere manier. Alsof het door een leeuw gegrepen worden van een jongetje tijdens een wekenlange voettocht richting een vluchtelingenkamp net zoiets is als dat de bakker geen brood meer heeft.

Om eerlijk te zijn is het soms een iets te pittig boek, zelfs voor een doorgewinterde lezeres (al zeg ik het zelf). De geschiedenis van Soedan met allerlei clans, groeperingen en ontwikkelingen is zware kost. En je wordt niet bepaald vrolijk van het levensverhaal van Valentino Achak Deng. En toch vind ik het een aanrader. Want je krijgt zoveel meer begrip voor vluchtelingen.

We kennen allemaal wel die schoonmaker uit Somalië of die afwasser uit Afghanistan. Volwassen mannen van wie we de verschrikkelijke levensverhalen niet kennen omdat ze ons er niet mee lastig willen vallen of het zelf liever ook vergeten. Mannen die in ons land een kans krijgen, die vast blij zijn met hun baantjes die verder niemand liever wil uitvoeren. Vluchtelingen die hun hele of halve familie zijn kwijt geraakt. Hun leven, hun huis en hun cultuur. Maar ze dromen van meer. Zal het ze ooit meezitten? Ik voel me in ieder geval niet meer zielig met mijn pijnlijke keel. Alles blijkt relatief.

Vrijdagmiddagdilemma

Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar de vrijdagmiddag van de eerste werkweek na een vakantie bestaat niet uit mijn meest productieve werkuren ever. Om mezelf op te peppen heb ik net maar de vaatwasser uitgeruimd in de bedrijfskeuken, je moet iets. En nu hoor ik dus dat we zo een spontaan ingelaste VrijMiBo gaan doen. En ja, de bazen zijn er allebei niet.

Dilemma, dilemma. De weegschaal gaf na de wintersport toch weer iets meer gewicht aan dan ervoor. En dat terwijl ik net zo lekker bezig was met een dalende lijn. Ik moest mezelf streng toespreken: strak in de jurk is nu gezond eten en veel naar de sportschool. Vandaar dat ik vanmorgen naiëf optimistisch mijn sporttas inpakte. Plan was om na het werk te gaan sporten. En dat combineert nooit goed met een borrel.

Ik ken mezelf namelijk een beetje. Gooi er één wijntje in en al mijn doorzettingsvermogen verdwijnt als sneeuw voor de zon. Dus wat moet ik doen? Lekker meeborrelen en later dit lange (!) weekend extra compenseren? Of verstandig zijn, een cola light ter hand nemen en bijtijds de trein terug pakken? Even kort door de bocht: word ik een dik vet borrelvarken of een slanke ongezellige den? Ik heb al zo’n vermoeden welke optie het gaat worden…