Ik heb van die voedselfases. Dan ontdek ik iets, een gerecht, groente of ander kookproduct en word er van de één op andere dag lyrisch over. Er breekt een periode aan waarbij dat product regelmatig centraal staat. Zo heb ik op de middelbare school een hele tijd gestampte muisjes op mijn brood gedaan. Gestampte muisjes met boter en dan meenemen in je (knalroze) broodtrommel. Hoe kwam ik erop? Gelukkig ben ik die fase al heel lang gepasseerd.
Net op kamers kwam de pastaperiode. Ik flikkerde er zo ongeveer alles in. Krentjes, spinazie, knoflook en pijnboompitten. Courgette en garnaaltjes. Champignons en ovengedroogde tomaatjes. Ik verfijnde mijn recepten en kookte tot treurens toe pasta. Het resultaat: een arsenaal aan pasta-ideeën waar ik nog graag naar teruggrijp.
Hierna startte de venkeltijd (soep, gegrild, rauw, fijngesneden met sinaasappel en zwarte olijven of gekookt door de puree), gevolgd door het risottotijdperk. Risotto heeft zelfs lange tijd geregeerd in mijn kookkunsten. Met paddenstoelen, Parmesan en getrancheerde rode biefstuk, met zoete tomatenchutney en witvis of risotto van getrokken groene aspergesoep en gegrilde kip. En Mathijs’ all time favourite: met veel tomaat, rode peper, chilisaus, ui, knoflook, witvis, zalm en garnalen.
Afgelopen weekend is er plotseling een nieuwe fase aangebroken. Zo’n fase komt overigens altijd onverwachts, je kunt het niet afdwingen. Het onderwerp is deze keer truffelolie. ’s Middags at ik het bij een broodje. Ik werd getroffen door de subtiel volle, aardse smaak. Ik had het al eerder gegeten, maar nog nooit maakte het zo’n positieve indruk op me. Ik heb meteen een flesje in huis gehaald. ’s Avonds verwerkte ik het in een salade met aardbei, getrancheerde rode biefstuk, bosui, tomaat en krokant gebakken stukjes ham. Wat geroosterd brood erbij en smullen maar. En lékker! Ik zit nu al te kwijlen bij alle combinaties die ik wil maken met truffelolie. Iemand originele suggesties?