Pijnlijk aandoenlijk

De puberteit: ook wel bekend als de meest verschrikkelijke en onzekere periode in een mensenleven. Afgelopen donderdag was ik op de open dag van de middelbare school waar mijn schoonvader F muziekles geeft. Het was genieten. De klaslokalen waren gevuld met kinderlijke groep 8’ers en hun nieuwsgierige ouders, geflankeerd door zich een houding aanmetende brugpiepers. Een lust voor het oog. Want zo openlijk pijnlijk en aandoenlijk is de onzekerheid die afstraalt van de beginnend puisterige koppies.

Constant kijken naar de anderen om te zien wat zij doen, vooral niet anders zijn dan de groep, eigenlijk niet durven en dus maar wat drentelen, en dan wat stoere jongens die in groepjes tegen elkaar opbieden met stomme acties. Bij de meisjes is er eentje het mooist en meest geliefd. Naast haar wil je staan. Ze durft al stiekem een beetje te lonken en flirten, al gaat het nog wat kalverig en zoekt ze eigenlijk meer bevestiging dan een vriendje. Een stukje verderop staat het iets te dikke, iets te slimme meisje vanuit haar ooghoeken te kijken of iemand haar ziet.

Doodeng is het. En zo aandoenlijk. En ik wil wel naar ze schreeuwen: wees jezelf, dan ben je het leukst. En: iedereen is onzeker, het maakt niet uit. Maar daar zullen ze zelf achter moeten komen. Ach, nog maar een jaar of vijf…

Bedrijfsbevalling

Er zijn van die dagen dat alles tegenzit. Je hebt dit nodig voor dat en zus voor zo. En zonder zo kun je dat andere niet aanvragen. En het werkt niet zonder zus. Dat is in het kort mijn week tot nu toe. Printer installeren? Cd kwijt. Drivers gedownload van internet, inkt op. E-mailadres aanvragen? Locatie zoek. Als Outlook installeren, lukt niet. Enzovoort, enzovoort.

Zelfs als optimist vind ik het op zo’n moment toch moeilijk om de moed erin te houden. Aan de andere kant wéét ik dat vroeg of laat die dag komt waarop alles op zijn pootjes terecht komt. Zo’n dag waarop alles opeens wel lukt. De printerinkt binnenkomt, de helpdesk me in Outlook helpt, ik me inschrijf bij de KvK. Enzovoort… Vandaag is die dag. En ik ben er dankbaar voor. Ik heb flink wat stappen gezet richting Mijn Eigen Bedrijf. Zo sta ik nu officieel ingeschreven en heb ik mijn jaarlijkse omzet geschat (hihi).

Vandaag drinken we op de officiële geboorte van het bedrijf Melinde Bussemaker. Laat de opdrachten maar binnen stromen!

N.B. de ietwat rode neus op de foto wordt veroorzaakt door de frisse fietstocht, de Cava is hier nog niet soldaat gemaakt…

Mels melktandjes

Ik ben dertig jaar en ga al sinds ik tanden heb naar de tandarts. Netjes elk half jaar, want dat hoort zo. Meestal is er geen vuiltje aan de lucht, een incidentele vulling en wat gedoe rondom verstandskiezen daargelaten. Ik vind het ook niet erg om naar de tandarts te gaan. Ik poets netjes en zou wat meer kunnen flossen, maar ach wie niet?

Gisteren verliep mijn tandartsbezoek wat anders dan normaal. Heel anders eigenlijk. Mijn nieuwe tandarts (ik ga graag te voet) had een half jaar geleden al ontdekt dat mijn twee bovenste hoektanden wel erg klein zijn. Hij dacht aan melktanden. Helemaal verbaasd inspecteerde ik ’s avonds mijn gebit. En verrek, die krengen zijn in verhouding verdacht klein. En ik kan me ook niet herinneren dat ik ze in mijn bewaardoosje heb gestopt.

Deze keer maakte de tandarts daarom wat extra foto’s. Even checken of die grote mensen tanden nog ergens verstopt zitten. En wat blijkt? Boven mijn schattige, kleine, gelukkig nog stevig verankerde melkhoektanden zweven twee echte hoektanden. Horizontaal. Gelukkig snijden ze geen wortels door, aldus de tandarts. Gek genoeg, nu ik weet dat ze er zijn, voel ik ze ook als ik met mijn vinger over het tandvlees wrijf.

Wat nu? Op het moment niets. We houden het in de gaten, zei de goede man. Ik had al visioenen van een tandvlees opensnijdende kaakchirurg en afgebroken hoektanden in een appel. Maar voor nu hoef ik me daar geen zorgen over te maken. Maar. Geen garanties voor de toekomst. Dus als ik later opeens roep dat ik bang ben voor de tandarts, dan liggen hier de wortels van die angst.

Knuffelberen op de weg

Ja maar! Als je er op let, ontdek je hoe vaak je deze woorden wel niet combineert. Ja maar, ik heb geen tijd. Ja maar, dat kunnen we niet betalen. Ja maar, dat lukt toch niet. En zo sterven er vele ideeën een vroege dood door beren op de weg. Bertold Gunster zegt: knuffel die beer! Kies voor ‘ja én’, in plaats van voor ‘ja maar’!

Als een van nature optimistisch (lange tijd zelfs naïef) persoon, schaar ik me compleet achter deze theorie. Waarom zou je je focussen op wat niet kan? Dat is toch helemaal niet interessant. Kijk naar wat er wél kan, binnen de realistische grenzen. Want als er bijvoorbeeld geen geld is, kun je niet toveren. Aan de andere kant, kun je misschien wel aan meer geld komen. Zoals Bertold zegt: “Het gaat er niet om of het glas halfleeg of halfvol is, maar om waar de kraan is.”

Ja maar, dat is toch veel te makkelijk? Dat kan. Maar stel je eens voor dat je van de positieve kant uitgaat. Ja maar, wat als alles lukt! Wat dan? Een inspirerende gedachte. En aangezien theorie alleen waarde heeft als je hem ook in de praktijk toepast, heb ik meteen de daad bij het woord gevoegd.

Ja maar, ik heb het niet naar mijn zin bij mijn nieuwe baan. Opgezegd dus. Ja maar, dat kan toch niet zomaar. Jawel hoor, gewoon een ontslagbrief schrijven. Ja maar, wat nu? Weer terug naar mijn oude stekkie DamenRomijn voor drie dagen. Ja maar, dat moet je toch nooit doen, teruggaan? Dus wel. Ja, én ik ga de overige twee dagen voor mezelf beginnen. Dus wie zoekt een tekstschrijver?

Kijk voor meer informatie op www.jamaar.nl.

Goede voornemens

Mag het nog op 16 januari? Ik vind dat het nooit te laat is voor goede voornemens. Ik heb de mijne een beetje gejat van Tjark Kamp. Die leerde ik kennen bij de Weener Groep in ‘s-Hertogenbosch. Tjark houdt niet van ‘dat kan niet’, conventies, om de hete brei heen draaien of bewandelde paden. Hij zegt waar het op staat, gaat rechtdoorzee en neemt geen blad voor de mond. Althans dat is hoe ik hem in het kort heb leren kennen.

Zijn visie voor 2011:
Mooie gebeurtenissen.
Meer leuke mensen.
Minder gezeik.
Wat valt er eigenlijk anders te wensen dan bij aanvang 2010?
…kortom, geniet vandaag en morgen zien we wel.

Vooral bij dat leuke mensen, mooie gebeurtenissen en minder gezeik kan ik me helemaal aansluiten. Want wat kunnen we toch een potje zeiken met zijn allen. Dat mag best een tandje minder. Dat vandaag genieten vind ik ook een topidee. Alleen dat ‘morgen zien wel’, is mij iets te laissez-faire. Als dromer en planner wil ik graag een idee hebben van waar ik naartoe ga.

Dus mijn goede voornemens geïnspireerd door Tjark:
Mooie gebeurtenissen.
Nog meer leuke mensen.
Minder gezeik.
Meer vrijheid
…kortom, geniet vandaag en morgen ook!

Lego-ervaring

Je hebt een hotel met een duidelijk concept: Lego. En dan voer je dat door. Niet alleen in de lobby of op de kamersleutel. Nee, dan doe je het goed. Lego overal. Ook als je in de winter niet het rustoord bent voor hypere bezoekers van Legoland, maar een conferentieoord en overnachtingsplek voor gesjeesde yuppen of andere zakenlui.

Lego in de waxinelichthouder, als kunst aan de muur, op alle accessoires, op de vloerbedekking, als grote kunstwerken in de hal en Lego op het dekbed. Lego overal. Misschien leuker als je een jongetje bent, maar ik vond het iets té. Ik kan het zeker waarderen wanneer een bedrijf een visie consequent doorvoert, maar je kunt ook overdrijven. Helemaal omdat het in de winter niet klopt. Legoland is dicht. En dus is alle Lego even leuk, maar daarna vooral misplaatst en lachwekkend. Maar wel een ervaring.

Tienertour

Een werktripje naar Denemarken. Dat klinkt heel stoer, vooral als je het tussen neus en lippen door zegt. Zo van: donderdag? Euhm, even in mijn agenda kijken. Ohnee, dat is waar, dan ben ik in Denemarken. En voor velen zal het ook wel een beetje blasé zijn, maar niet voor mij. Ik had het gevoel dat ik op tienertour was.

Natuurlijk moest er ook gewerkt worden. Bestwel hard eigenlijk. Meeting na meeting, veel Engels met Deense tongval, flink pennen en goed opletten. Een intensieve dag dus. En ook wel een hoop gedoe eigenlijk om je van het platte Nederland naar het donkere (om vier uur is de zon verdwenen), mistige (weinig landschap gezien, wel een beetje sneeuw) Jutland te begeven. Maar de boventoon was toch wel ‘happy de peppy’. Spannend om een keer iets te doen wat je anders nooit doet.

We probeerden overigens wel om ons als doorgewinterde wereldreizigsters te gedragen, om vervolgens gigantisch door de mand te vallen met een te grote deostick, niet goed teruggelegde bakjes en het iets te vaak zoekend ronddwalen op het vliegveld. Daarom hebben we het tripje in stijl afgesloten: met een Whopper bij de BurgerKing. Niet omdat het lekker is, maar omdat het klopt met het tienertourplaatje. En daarna naar huis, met vertraging. Dat klopt dan ook.

De factor geluk

We willen het allemaal: gelukkig zijn. En soms zijn er inderdaad van die momenten dat je denkt dat je uit elkaar barst van geluk. Helaas zijn er ook momenten dat je in en in verdrietig bent. En de meeste momenten bevinden zich daar tussenin. Hopelijk een pietsie meer richting geluk dan richting verdriet. Naast dat gelukkig zijn is er ook zoiets als geluk hebben. En dat schijn je af te dwingen. Althans dat zeggen ze.

Hoe het werkt weet ik niet, maar ik dwing het regelmatig af. Vaak voel ik dat ik geluk ga hebben. Zo ging ik laatst pokeren met vrienden. Natuurlijk draait het spel niet alleen om de geluksfactor, maar als je allebei met een goede hand ‘all in’ gaat, kan er maar één winnen, split pots daargelaten. Het gebeurde een aantal keer dat we na de flop (de eerste drie kaarten op tafel) ‘all in’ gingen en ik achterstond. Mathijs rekent dan altijd in twee seconden uit hoeveel ‘outs’ (mogelijkheden dat degene die achterstaat alsnog wint) er zijn en laat daar een mooi staaltje kansberekening op los.

Het kwam erop neer dat alleen een boer me nog kon redden. Met één op tafel en één in mijn hand betekende dat dat ik nog twee outs had. Een kans van 2 op 52. Niet zo heel groot dus. En dus won ik (sorry B) en schaamde ik me er ook een beetje voor. De factor geluk. Toch maar een keer naar het casino. Offeh Gaston, vanavond ben ik thuis hoor!

Lekker zweten

Zweten als een otter tussen lillend vlees, hangmemmen en beputte derrières. Om vervolgens met een hoofd als een tomaat richting ijswater te snellen en er met veel gegil, gekreun en bombarie in te plonsen om er zo snel mogelijk weer uit te rennen. Kortom: de sauna. En toch is het lekker.

Wat is er dan zo lekker aan? Ik vind het wel lekker om eens ongegeneerd naturist te zijn. Om de boel de boel te laten en als een Evaatje rond te huppelen, niet bekneld door striemende kledingstukken of een jeukende trui. En daarbij ontspan ik helemaal door de warmte om vervolgens fris en als nieuw weer uit de kou te komen. Later, bij een kopje kruidenthee/ bord salade/ stuk chocoladetaart/ een wijntje* voel ik me relaxt en rozig. En zo lekker schoon.

En wat ook wel lekker is, is dat de gemiddelde saunabezoeker ook het lichaam heeft van de gemiddelde Nederlander. Dat geeft zelfvertrouwen. Vandaag mag ik weer, ik heb er zin in!

*Haal door wat niet van toepassing is.

Vrijheid is blijheid

Geef werknemers vrijheid en ze betalen je terug met initiatiefrijk en besluitvaardig gedrag. Dit blijkt uit een artikel op nrc.nl dat over een Harvard onderzoek rapporteert. Vrijheid loont, zo blijkt. George Michael wist het al in de jaren’80 en nu is het officieel. Werknemers leren meer als ze de kans ertoe krijgen en ze meer eigen verantwoordelijkheid hebben.

Uit het onderzoek blijkt dat personeel dat beperkt wordt in haar vrijheid minder initiatief toont en minder goed beslissingen durft te nemen. Zelfs als dat wel bij het takenpakket hoort. De medewerkers gingen ook minder in discussie met leidinggevenden, ook wanneer ze hun mening konden onderbouwen met argumenten.

Een interessante ontdekking, vind ik. Van je fouten leer je namelijk het meest. Als je de ruimte krijgt om te experimenteren, levert dat het meeste op én voel je je persoonlijk verantwoordelijk voor het eindresultaat. Als bedrijf moet je dan niet angstig zijn voor die fouten. Maar je moet ze natuurlijk wel intern afdekken. Dan is iedereen blij: de lerende medewerker, de motiverende baas en de tevreden klant.

De link:

http://www.nrc.nl/nieuws/2011/01/06/geef-employees-de-vrijheid/?utm_campaign=rss&utm_source=syndication