Lichte lente

Puur eten, van lokale leveranciers en geïnspireerd op de seizoenen. Het is helemaal hip. En dat is eigenlijk niet zo verbazingwekkend. Want wij mensen zijn geconditioneerd om te eten wat er is, doordat we dat altijd hebben gedaan. In de winter eet je boerenkool met worst, in de zomer salade met kip. En doordat je bepaald eten associeert met bepaalde seizoenen, heb je er dan ook zin in. Handig hè.

En dus heb ik nu zin in asperges, aardbeien, salade, tomaat en gamba’s. Voor mij geen stamppot meer of risotto met paddenstoelen en Parmezaanse kaas. Veels te zwaar op de maag. Ik eet nu liever Panzanella salade, gegrilde vis met geblancheerde lentegroente of zelfgemarineerde kipspiesjes van de tjoek. Het fijne van de lente is dat de meeste gerechten wat minder hoog in calorieën zijn dan de winterse kost. En dat komt me wel goed uit, want ik ben nog niet bepaald bikiniklaar. Een jaarlijks terugkerend thema, ja. Mijn aanpak is nu: vers en puur voorjaarseten. Dan komt het vanzelf wel goed.

Hokey pokey

Je steekt je ene arm erin en je andere been eruit. In, uit, in, uit en schud de boel maar uit. Ik weet niet wat jullie aan het doen waren, maar ik deed vannacht dus de hokey pokey. En nee, dat had niets erotisch. Het had alles te maken met het weer en het keerpunt van de lente. Oftewel de grote vraag: wanneer gaat het winterdekbed de kast in om plaats te maken voor de luchtigere zomerse versie?

Vannacht had ik het warm. Er mocht niet geknuffeld worden, want dat voelde alsof ik plaatsnam naast een houtkachel. Ik draaide wat. Haakte mijn zweetvoet vanachter een opgerolde kat en stak hem buitenboord. Dat was lekker koel. Maar ook wel weer wat fris na een tijdje. Dan maar op de buik met de schouders een stuk boven de dekens. Nee, dat is niet goed voor de nek. Andere zij, arm eruit. Nee, dat was het ook niet. Zuchtend liet ik beide knieën een stukje onder de deken uitpiepen. Dat bleek de ideale verhouding warm/fris. Een geniale zet voor mijn nachtrust.

Maar dan nu het dilemma. Want het blijft lekker weer de komende week en dus warm ’s nachts. Dan zou je denken: hup dat zomerdekbed erop. Maar je wilt daar ook niet te vroeg mee zijn. Begin mei kan de nachtvorst ons nog verrassen. En als ik ergens een hekel aan heb is het vernikkelen terwijl ik probeer in te slapen. Geen doen. Een lastige keuze. Maar ik denk dat ik de gok waag. Ja, vanavond doe ik de grote wisseltruc. Je leeft tenslotte maar één keer.

Tienjarenplan

Goed nieuws, al moeten we nog even geduld hebben. Konden we de afgelopen jaren klagen over de slechte economie, prijzenverdubbeling door de euro en nauwelijks meestijgende lonen, over tien jaar worden we beter beloond. Letterlijk. Want, wegens vergrijzing komt er schaarste op de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden. Een hogere vraag betekent een stijgende waarde. En dus: een aanzienlijk hoger loon.

De hoger opgeleiden (grappig, als je het aan elkaar schrijft maakt de spellingscontrole er hoeropgeleiden van) trekken de lager geschoolden gezellig mee. Terwijl zij zich een slag in de rondte werken moet er tenslotte ook iemand voor de kinderen en het huishouden zorgen. Alleen fabrieksarbeiders en dienstverleners op kantoren pissen naast de pot. Gelukkig hebben zij nog tijd genoeg om zich om te scholen.

Eindelijk erkenning voor onze generatie! Want het lijkt wel alsof alles minder wordt voor ons. Pensioen (uitkering en leeftijd), vrije dagen, lonen, secundaire arbeidsvoorwaarden. Ik was wel toe aan een positief bericht. Twee jaar geleden las ik al eens een artikel over de vergrijzing in Brabant. En dat de huidige economische, hopelijk op het einde zijnde, crisis ten einde komt in deze provincie wanneer de babyboomers afzwaaien. Het is een schrale troost als je op dit moment naarstig op zoek bent naar een nieuwe baan. Maar het biedt zeker toekomstperspectief. Schat, over tien jaar gaan we verbouwen!

http://www.nu.nl/economie/2495345/lonen-gaan-fors-stijgen-tussen-2020-en-2030.html

Huwelijksbed

Toen wij elkaar vorig jaar eeuwige trouw enzo beloofden en dat vierden met een mooi feestje, vroegen we onze lieve gasten om een huiselijke bijdrage. Het idee was om van de gekregen euro’s een nieuwe bank te kopen. En die bank is er nog niet. En ik vermoed dat het wel even gaat duren voordat die er komt.

Het was vast niet de bedoeling dat het geld van de vriendelijke cadeaugevers onze spaarrekening zou spekken. Ik kan jullie gerust stellen: dat is niet het geval. Want een ander meubelstuk heeft voorrang gekregen. En dat is ons bed. Het oude bed viel namelijk een beetje uit mekaar. Het lag niet meer lekker, vooral niet in die enorme kuil. Dus hebben we ervoor gekozen om het geldbedrag in te zetten voor onze nachtrust. Ook niet verkeerd.

De eerste twee nachten waren zalig! Een heerlijk, stevig bed. Een maatje groter en met een goede bodem. Wij zijn er blij mee. Dus bedankt allemaal! Eigenlijk is het een nog mooier cadeau dan een bank: een huwelijksbed voor een bruidspaar.

Bereiding 2.0

Als ik kookinspiratie nodig heb, blader ik altijd door mijn kookschriften. Daarin heb ik alle smakelijke recepten geplakt die ik tegenkom in bladen. Dat knippen en plakken is op zichzelf al leuk. Dan komt de kleuter in mij weer naar boven.

Afgelopen zaterdag bladerde ik in een van mijn boekjes. Meestal maak ik een recept de eerste keer exact na. En gebruik ik het daarna als inspiratie voor eigen creaties. Een paar bladzijden onderweg kwam ik een eenvoudig maar tegelijkertijd spectaculair recept tegen. Vol enthousiasme maakte ik een boodschappenlijstje, haalde ik de spullen in huis en nam ik ‘s avonds plaats achter het fornuis.

Ik vind het best lastig om Mathijs te verrassen met een lekkere dinertje. Hij is tenslotte de expert in huis. Maar deze keer was het me gelukt: het gerechtje sloeg in als een bom. Wat ik gemaakt had? Op een bord gegaarde, getrancheerde zalm met sinaasappel, spinazie en kervel. En dat was lekker! Zó lekker dat ik morgen opnieuw aan de slag wil gaan met deze bereiding 2.0. Maar dan ga ik variëren. Want hoe smaakt op het bord gegaarde coquille? Of witvis? Of biefstuk? Hopelijk net zo zacht en mals als de zalm.

Het recept:
Snijd verse zalmfilet in zo dun mogelijke plakjes. Zet per persoon een bord in een op 130 ˚C voorverwarmde oven. Haal de borden als ze goed warm zijn eruit (met een lapje of handschoen, au) en beleg ze snel met de plakjes vis. Bestrooi met wat sinaasappelrasp, fijngesneden verse spinazie, kervel, peper en zout. Druppel er wat sinaasappelsap en goede olijfolie overheen. Lekker met toast.

Trots van het voetballand

‘Jingle bells, jingle bells, jingle all te way. Iedereen kan voetballen behalve Willem 2′. Met deze vriendelijke woorden strooiden de Heraclessuporters nog wat extra zout in de wonden van de Tilburgse voetbalclub. Tilburg verloor in eigen huis met 2-6. Niet de uitslag die je hoopt, maar toch een vermakelijke avond.

We wilden nog een keer naar Willem 2 toe, nu het nog kan. De kans dat de club degradeert is op zijn zachts gezegd reëel. En dus togen we zaterdag richting stadion. Het begon goed. Na drie minuten kregen ‘we’ een penalty mee en kreeg de tegenpartij een rode kaart gepresenteerd. Mathijs wil nog wel eens denken dat mijn aanwezigheid geluk brengt en even leek dat ook zo te zijn. Het stond 1-0. Helaas konden we maar drie euforische minuten genieten van deze voorsprong, waarna de vernedering begon. Ook al was het elf tegen tien.

Oke, de wedstrijd zelf was niet zo leuk om naar te kijken. Maar de tribunes waren daarentegen een lust voor het oog. Merendeel man, spijkerbroek, hip jackje, luid vloekend. Sommigen waren ook een beetje nerdy. Wat het vloeken een schattig tintje gaf. Naast ons het uitvak waar de Heraclessupporters als een kudde wilde apen achter netten en tussen stewards stonden geklemd. Zodra hun club scoorde beukten ze met al hun kracht en lichaamsgewicht op de hardplastieken wand die hen scheidde van de diehard Willem 2-supporters. Dat vond ik wel een beetje eng.

De Kingside-tribune met de fanatiekelingen van Willem 2 was veruit het best gevuld van het hele stadion. Daar hingen de spandoeken en stonden de mannen in shirts en sjaals. Gaandeweg de wedstrijd werden ze steeds minder enthousiast. In het midden stonden vijf mannen op een rijtje. Allemaal een tricolore-shirt aan, gezicht op onweer, de brede armen demonstratief boven de ietwat uitpuilende buik gevouwen. Ze stonden overduidelijk een potje te mokken.

Dat is ook wel begrijpelijk als je bedenkt dat veel van deze mannen hun hele leven al achter hun ‘trots van het voetballand’ staan. En dat dit wekelijkse uitje getolereerd wordt door moeder de vrouw. Even mogen ze mannen onder mekaar zijn, bier drinken en hard schreeuwen. En als je dan al die steun en toewijding in het degradatieputje ziet verdwijnen, doet dat pijn. Wat ik dan niet begrijp is de leus waar de Willem 2 -supporters hun mond van vol hadden op het eind: ‘schamt oe kapot’. Tegen de eigen spelers dus. Dat vond ik dan weer jammer.

Kortingskaart zonder korting

Ik wil niet zo’n azijnpisser zijn als het de NS betreft. Want ik word toch bijzonder vaak netjes en op tijd van het werk naar huis gebracht. Natuurlijk gaat het wel eens mis; rijden er geen treinen, zijn er werkzaamheden of worden we als een kudde vervoerd. Maar het overgrote merendeel van mijn treinreizen verloopt soepel en prima.

Maar nu moet me toch echt iets van het hart. De NS wil per 1 augustus de kortingskaart beperken. Geen korting op werkdagen tussen 6.30 en 9.00 uur (was al zo) maar ook niet meer tussen 16.00 en 18.30 uur. En daar word ik op zijn zachts gezegd pislink van.

Ik heb dus een kortingskaart. Waarom? Omdat treinreizen best prijzig is en veertig procent korting daarom van harte welkom. De kosten voor een retourtje Uitgeest of Amsterdam dalen aanzienlijk. Het komt regelmatig voor dat ik na gedane arbeid in Den Bosch de trein richting Utrecht pak om met een zus of moeder uit eten te gaan. Lekker centraal en iedereen is op een schappelijke tijd thuis. Als het aan de NS ligt, gaat dat me dus meer geld kosten.

Het wordt nog een hele puzzel om straks wél gebruik te kunnen maken van mijn kortingskaart. Dat je afspreekt en zegt ‘nee, dat red ik niet, geen korting’. Volgens mij jaag je nu nog meer mensen de auto in. En ik kan me niet voorstellen dat de regering dat wil. Los van het feit dat mijn huidige kortingskaart nog tot eind september loopt en de voorwaarden dus tussentijds veranderen. Kan dat zomaar? Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Wie protesteert er mee?

Hard genieten, sober werken

Ik ben een ietwat luie levensgenieter. (Soms dan hè, ik moet aan mijn reputatie denken.) Natuurlijk ben ik niet vies van een dagje keihard werken en steek ik de handen ook graag uit de mouwen. Of tik ik geïnspireerde blogs en andere teksten. Maar het allerliefst verblijf ik al duttend in onze zonnige tuin, omringd door boek en katten. Of speel ik eindeloos lang spelletjes met vrienden. Of kokkerel ik uitgebreid voor mijn hongerig man en anderen.

Ik geef mijn generatie de schuld. Wij zijn namelijk van het ‘hard genieten en sober werken’. Geluk staat centraal en is belangrijker dan noeste arbeid. Dat in tegenstelling tot de generatie van onze ouders. Zij werden nog opgevoed met de leus ‘van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan’.

En nu blijkt uit onderzoek dat de Babyboomgeneratiegelijk had! Hardwerkende mensen leven langer. En dan vooral de mensen die zo laat mogelijk met pensioen gaan. Ik vind dat een bevreemdende conclusie. Blijkbaar vervult hard werken een bepaald levensdoel waardoor ons lichaam de motivatie vindt om langer in stand te blijven. Ook ik voel regelmatig de bevleugelende energie van inspirerend werk. Maar diezelfde avond wil ik ook weer minstens zo hard ontspannen.

Moet ik nu constant keihard gaan werken? En dat net nu ik minder uren maak en als startende ondernemer nog niet de 60 uur volmaak die standaard schijnt te zijn. Dat biedt overigens wel hoop voor de toekomst. Maar nee, daarvoor zijn de luie en gezellige uurtjes mij te lief. Ik wil met volle teugen genieten van een leven vol mooie momenten. Met werk, maar zeker ook met vrienden en familie. Dan maar een paar jaartjes minder.

Picknick voor twee

Een ongewoon warme lentedag in Schotland. Je geliefde en jij trekken de weidse heuvels in met picknickmand en kleed. Even lekker uitwaaien, de zon op je huid en met zijn tweetjes zijn. Je verlaat hand in hand het pittoreske dorp en volgt het wandelpad. Op naar het gezamenlijke avontuur.

In de verte vliegen wat vogels en in de struiken staan de eerste bloemen in knop. En dan zie je het perfecte plekje. Een open stuk grasveld in de beschutting van twee heuvels. Je vleit het kleed neer en schopt je schoenen uit. De mand gaat open en allerlei lekkernijen komen  tevoorschijn. Gekoelde wijn, een salade, stokbrood, brie, gerookte zalm en kleine komkommersandwiches. Je pakt alles uit, schenkt twee glazen in en proost op het goede leven, terwijl je relaxt achterover leunt op één elleboog.

Je praat wat met elkaar, geeft elkaar zo nu en dan een zoen, eet wat van de heerlijke hapjes en wordt een beetje licht in je hoofd van de wijn. Dat geeft niet, daar is het tenslotte vakantie voor. Dan hoor je opeens een bonkige plop. En nog één. Gek, wat kan dat zijn? Nog meer plops, een plop in de salade en eentje tussen de sandwiches en een plons in je wijnglas. En dan opeens zie je het: lange, slijmerige, kronkelende wormen. Het zou je maar gebeuren.

http://www.nu.nl/opmerkelijk/2483903/gymles-gestaakt-vanwege-wormenregen.html

Ongezellig maakt memorabel

Weer een onderzoek in het kader van ‘waarom eigenlijk?’. We blijken minder goed te onthouden als we het naar onze zin hebben. Dus, zo schrijft de Telegraaf, noteer dat telefoonnummer van die lekkere vent toch maar even als je een bijzonder gezellige avond hebt. De kans is groot dat je hem anders vergeet.

Ik kan me er eerlijk gezegd wel iets bij voorstellen. Dat je minder geconcentreerd bent als je blij bent en dat de happy hormonen die door je lichaam gieren misschien het pad richting hersenen versperren. Maar eigenlijk is het een heel triest bericht. Want betekent het nu dat we vooral maar heel weinig plezier moeten maken als er belangrijke dingen gezegd worden? Zijn de meeste lezingen terecht zo saai?

Dat kan toch niet! Ik ben groot voorstander van het leuker maken van, nouja, van alles eigenlijk. En zeg nou zelf: de meest memorabele avond is toch wel de meest gezellige! Waarom zou je het ongezellig hebben als het ook gezellig kan zijn? Nou, dat antwoord is dus nu gegeven door doctoraalstudente Elizabeth Martin van de Universiteit van Missouri. Omdat je dan minder onthoudt. Een treurige conclusie. Ter verdediging wil ik wel aangeven dat er een bepaalde grens zit aan ongezelligheid. Wanneer je dagdroomt of zelfs in slaap valt, onthoud je ook niets. Dus: serieus vooruit, maar slaapverwekkend: nee. En een beetje gezellig mag best.

http://www.telegraaf.nl/vrouw/gezond_leven/9425044/__Goed_humeur_doet_vergeten__.html