Scanfan

We deden gisteren boodschappen in de ‘grote’ Albert Hein. Geen wereldschokkend nieuws, maar ik wou het toch even delen. Meestal gaan we naar de Jumbo of de Plus (of zoals we die zelf noemen: de Min), maar vanwege regenbuien kozen we voor de luie optie: met de auto naar de AH.

Nou word ik altijd een beetje sacherijnig in de grote AH (overigens ook altijd in de Min) omdat er meestal van die lange rijen bij de kassa staan. En ja, ik ga vaak rond feestdagen en op zaterdag, als ik ga. Maar sindsdien de handscanner in combinatie met de zelfkassa is geïntroduceerd, is alles anders. Wat een heerlijk systeem! Niks geen lange rijen, trage mensen voor je in de rij of iemand bij wie het noodzakelijk is hulp te bellen. Gewoon lekker met je scanner huppakee de winkel door, interactief boodschappen doen.

Nadeel voor AH is dat de jatkans sterk vergroot wordt. Het is natuurlijk bestwel makkelijk om iets ‘vergeten’ te scannen. Of als je kwaad wilt: je halve boodschappenkar overslaan. Ik ben daar te eerlijk voor, ze zouden me er meteen uitpikken met mijn rode kop en schuldbewuste ogen. Maar gisteren gebeurde er dus wel iets bijzonders: we werden gecontroleerd. Bij de betaalpaal of-hoe-dat-ding-ook-heet ging de rode lamp branden. Een vriendelijke caissière controleerde vijf items en gaf ons haar zegen. Ze vertelde dat het best vaak voorkomt dat mensen iets vergeten te scannen. Het is helaas nog geen waterdicht systeem. Hopelijk verpesten de slechten het niet voor de goeden, want ik ben fan.

(On)gezonde stuut

Het eerste half jaar dat ik op kamers woonde at ik alleen maar witbrood. Gewoon, omdat het kon en omdat er niemand was die kon zeggen ‘nee, dat mag niet, dat is ongezond’. Na een half jaar kwam het mijn neus uit en nu eet ik alleen maar bruin, met veel pitjes. Groente en fruit at ik wel, maar zeker niet de aanbevolen twee stuks en 200 gram. Roken deed ik sowieso niet, sporten soms wel en soms niet (ik vond mijn werk in de horeca al voldoende beweging) enne over alcohol ga ik het niet hebben.

Op Nu.nl staat dat studenten gezonder leven dan we denken. Het heikele puntje alcohol wordt niet genoemd, wat mij doet vermoeden dat daar toch wel sprake is van geregeld excessief gebruik. Maar voor de rest zijn de studenten van nu best goed bezig. Groente en fruit eten, grotendeels niet roken en veel sporten. Waar hebben ze deze studenten gevonden? Op de Sportacademie? Want als ik hier in Tilburg om me heen kijk en terugkijk op mijn eigen studententijd kán ik het gewoonweg niet geloven.

Vele meisjes komen als slanke dennen aan op de UvT en de lokale hbo-opleidingen. Een half jaar later beginnen de eerste zwembandjes zich af te tekenen. De huid wordt wat doffer, de ogen wat vermoeider en de adem wat onfrisser. Niet dat ze er niet goed uitzien als jonge twintiger in het gedimde cafélicht en niet dat ze er vanwege hun jeugdigheid niet beter tegen kunnen, dat ongezond leven. Maar als je goed kijkt zie je de tekenen van kroketten, nachtelijke shoarmabezoekjes, eindeloze zuipfestijnen en cola en pizza bij het ontbijt. Ik zeg niet dat mijn onderzoek representatief is, maar toch: ik geloof er niets van.

Poetspraat

Zouden andere mensen ook hun vensterbank stofzuigen? Deze diepgaande vraag stelde ik mezelf gisteren tijdens een schoonmaakwoedeaanval. Ik ben niet echt ‘een poets’, zoals mijn schoonmoeder dat noemt. Ik maak absoluut niet schoon op vaste tijden, dan zou ik er bij voorbaat al totaal geen zin meer in hebben en ik zou eigenlijk iets vaker mogen stofzuigen. Dus niet onverwachts langskomen mensen.

Vroegah hadden huisvrouwen allemaal van die trucjes. Doe wat waspoeder in je stofzuiger en alles ruikt weer fris. Met schoonmaakazijn  krijg je die kalkvlekken eruit. En doe een oude panty om je dekbedovertrek en sokken, shirtjes of spijkerbroeken raken nooit meer verstrikt tot een natte kluwen kleren in de droger. Die laatste tip kreeg ik ooit op de markt van een lieftallige, oude dame. Ik knikte braaf van ja: voortaan sta ik paraat met mijn oude panty. Maar van binnen schreeuwde het nee. Nee, ik trek nog liever vloekend natte kledingstukken uit elkaar dan dat ik een Praktische Echte Huisvrouw ben.

Praktisch ben ik overigens wel, die Echte Huisvrouw dus niet. En daar ben ik erg blij mee. Want voor mijn gevoel sluit het ene het andere uit. Als ik een echte poets ben, kan ik niet tegelijkertijd een succesvolle zakenvrouw en tekstschrijver zijn. En daar leg ik toch liever het accent op. Gelukkig heb ik een vent aan de haak geslagen die niet vies is van een klusje rondom het huis. Zo is de tuin zijn pakkie-aan en heb ik hier nog nooit een raam gelapt of de koelkast schoongemaakt. En dus breng ik zo nu en dan een uurtje door als poetsvrouw. Zij het soms wat onconventioneel en minder praktisch, maar dan weten jullie het nu: dat is dus de bedoeling.