Een weekje ziekenhuis

Je kunt wel zeggen dat het ‘even schrikken’ was toen de verloskundige zei dat ik werd opgenomen in het Elisabeth Ziekenhuis. Er waren tekenen dat de bevalling misschien al op gang kwam (ik was toen 28 weken en 3 dagen zwanger) en dus gingen ze er alles aan doen om de boel te remmen. Achtenveertig uur weeënremmers, longrijpingspuitjes en bedrust waren het recept. Gelukkig hielpen deze maatregelen en mocht ik een week later weer met een rustige buik vol actieve kindjes weer naar huis. Daar doe ik het nu rustig aan. Want die baby’tjes moeten nog lekker even verder groeien, liefst nog een week of zeven.

Tijdens het weekje ziekenhuis (dat doet me denken aan die strip van Donald Duck) werd ik ondergedompeld in de wereld van de zorg. Een wereld waar je in zeer goede handen bent, is mijn ervaring. Ontzettend lieve, zorgzame mensen die dag en nacht voor je klaarstaan. Maar ook: nieuwe termen en inzichten. En die wil ik jullie natuurlijk niet onthouden.

Infuus
Naar de wc gaan met een infuus is in het begin ‘een dingetje’. Vooral het naderhand terug in bed stappen en niet verstrikt raken in de snoeren vergt wat oefening. Na een dag was ik een volleerde infuusdrager.

Was/plas
De derde dag had ik ‘was/plas’, wat zoveel wil zeggen als dat je zelfstandig, op de badkamer van je eigen kamer, naar de wc en onder de douche mag. Een voorrecht zo heb ik ervaren.

Mobiliseren
Nee, dit heeft niets met de Mobiele Eenheid te maken. Na een dagje ‘was/plas’ bleef mijn buik rustig en mocht ik gaan mobiliseren. Dit houdt in drie keer een kwartier in bejaardentempo door de gang stiefelen. En het gekke is: daarna heb je zowaar het gevoel dat je iets gedaan hebt.

Warm middageten
Bij het ontbijt geef je aan wat voor warme lunch je de volgende dag wilt eten. De keuze is reuze, maar als je het niet gewend bent om ’s middags warm te eten is het niet je-van-het. Wel kan ik iedereen de warme bananenvla met basterdsuiker aanraden.

Doekjes
Iedere dag komt er een verpleegkundige de doekjes, handdoeken en andere zaken bijvullen. Op een dag zei ik ‘die kleine vloerdoekjes heb ik gisteren opgemaakt’. Waarop zij me verbaasd aankeek. Welke doekjes bedoel je? Die daar lagen. O, die zijn voor je onderkantje, maar je mag ze ook best voor de vloer gebruiken. Ai, ok.

Frisse lucht
De ramen kunnen niet open. Dat was even wennen voor een frisse lucht junkie als ik. Overdag hield ik de deur regelmatig op een kier om te profiteren van de koele ganglucht, maar ’s nachts werkte de combinatie van geen raam open en een plastic bedhoes op mijn zweetklieren. Douchen was dus een geschenk.

Spullen
Aangezien de opname nogal onverwachts was, had ik niets bij me. Mathijs deed ontzettend zijn best om mijn briefjes te ontcijferen maar kwam er niet altijd uit. Die multivitamine in de linker middelste keukenla vooraan. Die zwarte flubberlegging of ‘mascara’. En zo zat ik met vier potjes vitamines (dan maar allemaal) een zomer niet-zwangerschapslegging en drie eyeliners in mijn ziekenhuisbed. Zo ontdek je hoe onlogisch je spullen van jezelf opruimt in huis. En hoeveel je eigenlijk in je hoofd hebt zitten.

Ctg
Twee galopperende hartjes op een computerscherm. Het klinkt idyllisch en als alles goed gaat met registeren is het dat ook. Maar twee kindjes die nog best wat ruimte hebben qua vruchtwater en flink actief zijn maken er een soort van spelletje van. En dus werd ik (denk ik) de mevrouw in kamer 12 waarbij je liever niet de ctg wilde maken als verpleegkundige. Want had je een hartje te pakken, dan kon je er zeker van zijn dat er binnen afzienbare tijd een flinke schop tegen de sensor volgde en dat de baby daarna lekker een ander kant op was gezwommen. Spelletjes spelen, ze hebben het vast van hun moeder.