Te koop: huis met oma

Heeft oma (of opa) het goed in het verzorgings- of bejaardentehuis? Wordt ze goed verzorgd? Krijgt ze een beetje aandacht en doet ze ook mee met de bingo en het muziekuurtje? Als kinderen kun je je best zorgen maken hierover. En we denken maar liever niet aan het moment dat het onze beurt is, dat wijzelf achter de geraniums mogen zitten in en kostbaar tehuis en blij mogen zijn met één wasbeurt per twee dagen. Een schrikbeeld wat mij betreft. Al zijn er natuurlijk ook tehuizen waar het allemaal wel goed geregeld is.

De optie ‘oma komt bij ons wonen’ is voor de meesten net zo goed een schrikbeeld. Want hoe lief oma ook is en hoe graag we ook willen dat ze het goed heeft, haar in ons huis binnen laten is van een hele andere orde. Oma ruikt namelijk naar oude mensen. Ze is nogal traag. En doof. En er gebeurt wel eens een ongelukje. Dat is nog tot daar aan toe, maar het inwonen past gewoon niet in onze huidige levensstijl. Want is oma wel beter af in haar eentje thuis? Of is het toch gezelliger om met andere, zij het demente of anderszins gemankeerde, senioren de oude dag door te brengen? Dan kun je nog een keer een kaartje leggen.

En toen zag ik dit bericht op nu.nl. Zo kan het dus ook. Je verkoopt je huis gewoon met oma erin. Huppakee. Huis in hartje Amsterdam? Jahoor, dat kan. Maar dan krijg je oma erbij. Wel drie keer per dag eten geven en geregeld uitlaten. En misschien wil ze dan wel een verhaaltje voorlezen aan je kinderen of een potje memory doen (de kans dat ze wint is minimaal). Is dit dan de oplossing? Ik ben benieuwd of er iemand toehapt.

Fietscirkel

De cirkel waarin ik me de laatste maanden begeef is grotendeels bepaald door of iets wandelbaar is of niet. Teken met je passer, als je die hebt, een rondje van 3 km rond ons huis en dan weet je wat de reikwijdte van mijn leven momenteel is. Natuurlijk, ik ga ook wel eens alleen op pad. En natuurlijk, we pakken ook wel eens de auto. Maar het liefst lopen we met de kinderwagen binnen onze eigen gecreëerde cirkel. Hoog tijd om onze leefwereld wat te vergroten en de fiets te introduceren in het leven van Joep en Evi.

Kleine kindjes voorop de fiets vind ik ontzettend schattig. Kwebbelend, wijzend, zwaaiend, zingend, slapend; eigenlijk is alles leuk. Nou is het helaas onmogelijk om twee kinderzitjes voorop de fiets te zetten (zeker bij zo’n simpel exemplaar als de onze), dus dat idee valt af. Eén voor en achter is mogelijk, mits je beschikt over een hele degelijke mamafiets, goede zitjes (waarvan eentje extra luxe zodat er een kindje meteen al achterop kan) en twee kindjes die goed kunnen blijven zitten. Allemaal voorwaarden waar wij niet aan voldoen. Bovendien zag ik mezelf al hannesen met boodschappen, jammerende kindjes en een bijna omvallende fiets. En daarbij: wat als ik ergens bén. Dan wil ik rondlopen met de kids. Kortom: idee afgekeurd. Daarmee valt de optie bakfiets overigens ook meteen weg (en dan hebben we het maar even niet over mijn fietskunsten).

Wat overblijft is de fietskar. Sommige vrouwen steken nu angstig hun wenkbrauwen in de lucht: een karretje áchter je fiets, dat is le-vens-ge-vaar-lijk! Nou, dat valt wel mee hoor. Kwestie van defensief fietsen en een vlaggetje eraan. Nadeel van de fietskar is dat je minder meekrijgt van het plezier van de twee kleintjes achter je. Gelukkig hebben ze elkaar om zich te vermaken. Groot voordeel is dat je ter plaatse meteen een buggy hebt. Dat betekent dat ik in mijn eentje er ook prima mee op stap kan. En dus zijn wij nu in het bezit van een prachtige, praktische, tweehands fietskar. Ik kan niet wachten om ermee op stap te gaan en onze wereld weer wat te vergroten. Nu nog een fiets (we hebben er één) voor als we met het hele gezin en route willen. Klein detail.

Als God het wil

Vaccineren, ik hoefde er geen moment over na te denken. Ja, graag. Als het mijn kinderen beschermd tegen allerlei enge ziektes die daardoor bovendien uitgeroeid worden dan lijkt me dat een erg goed idee. Er zijn risico’s, maar die zijn er altijd. Makkelijk gezegd natuurlijk als je twee gezonde kinderen hebt, maar zo zie ik het wel.

God speelde in onze beslissing geen rol. Die heeft er wat mij betreft niets mee te maken. Zo niet voor de bewoners van de Bible Belt en sommige delen van Zeeland. Daar kiezen ouders bewust voor niet inenten omdat ze geloven dat God dat niet gewild heeft. Het maakt de keuze aan de ene kant makkelijker omdat hij al voor je gemaakt is. Aan de andere kant moet ik er niet aan denken om me over te moeten geven aan een hogere macht en mijn eigen verantwoordelijkheid te laten varen. Want zo voelt het voor mij.

Hoe zou het voelen voor die ouders? Momenteel zijn er zeker 300 kinderen met de mazelen en de eerste gevallen van rode hond zijn ook gesignaleerd. Wat als jouw kind hoogoplopende koorts heeft en onder de paarsrode vlekjes zit. Denk je dan nog steeds dat dat Gods wil is? En wat als er hersenvliesontsteking ontstaat en je kind zelfs overlijdt? Ik zou mijn haren uit mijn hoofd trekken en me voor altijd schuldig voelen, maar ik vermoed dat deze ouders daar anders instaan. Dan was het Gods wil.

Verplichten dan maar. In een vrij land als Nederland is zoiets vloeken in de kerk. Aan de ene kant ben ik vóór verplichten: het lijkt mij het beste voor de kinderen én voor Nederland. Maar mag de overheid zoiets wel opdringen aan mensen? Rutte vergelijkt het met de leerplicht. Een vergelijking die wat mij betreft niet opgaat: niet leren zal voor niemand een bewuste, door overtuiging ingegeven keuze zijn. Werkt verplichten überhaupt? Houden die mensen dan niet hun kinderen weg bij de consultatiebureaus waardoor die hun groei en ontwikkeling niet meer kunnen monitoren en zijn we dan niet nog verder van huis? Kun je mensen wel dwingen? Wat denken jullie?

Inspirerende week

Ze noemen het inspiratie, aldus Mathilde Santing. De afgelopen week kwam die inspiratie bij mij uit diverse hoeken. Zo was daar een bijeenkomst van Vrouw&Media in Amsterdam over bladen maken. Hoofdredactrices Jildou van der Bijl (LINDA), Corinne van Duin (Volkskrant Magazine) en Sterre van Leer (Psychologie Magazine) deden uit de doeken waarom hun bladen zo succesvol zijn in crisistijd. Bijzonder boeiend! Zo ontdekte ik dat een bezoek aan een museum inspirerend kan werken (topidee, betaald kunst kijken), dat je werkt vanuit je onderbuikgevoel, dat lachende vrouwen die je aankijken op de cover het altijd goed doen en dat lezers Heel Heftig kunnen reageren op onverwachte artikelen en foto’s. Het inspireerde me om na te denken over mijn eigen opdrachtgevers en wat ik voor ze maak. Hoe kan dat nog beter, mooier, leuker, creatiever? Een goede zaak.

Deze week stortte ik me ook op het Monumenten Magazine, een magazine dat wordt uitgegeven tijdens het Open Monumenten Weekend in ‘s-Hertogenbosch. Via interviews en achtergrondinformatie leer ik ontzettend veel over de stad, de monumenten en de linie van 1629 (toen Frederik Hendrik ‘s-Hertogenbosch veroverde van de Spanjaarden). Het doet me terugdenken aan de geschiedenislessen van de middelbare school toen ik regelmatig aan de spreekwoordelijke lippen hing van meneer Heestermans. Wat kon die man mooi vertellen. En dan denk ik: daar moet ik meer mee doen, vaker schrijven over geschiedenis. Leuk!

Tussen alle bedrijven door ben ik ook mama, dochter, vrouw en vriendin. Dat geeft nog meer inzichten. Zo raakte ik gisteren in de sportschool geïnspireerd om vaker te gaan (of toch maar niet). Verleiden Joep en Evi me regelmatig om vooral veel te lachen (groente in je haar smeren is leuk en duimen tijdens het eten is dat ook). Leiden goede gesprekken met Mathijs steevast tot inzichten en gezelligheid en doet het ceremoniemeesterschap dat ik voor goede vrienden P en B uitvoer aanspraak op mijn organisatietalent en stressbestendigheid. Dat laatste deed me besluiten om onze bruiloftsfilm nog een keer te bekijken. Ik kan niet anders zeggen: inspirerend. Hopelijk hebben P en B net zo’n mooie dag als wij!