De vrouw is te afhankelijk van haar man. Een tijdje geleden schreef ik al een blog over dit onderwerp en nu wil ik daar graag nog wat aan toevoegen. Ik heb het toen gehad over het gebrek aan alternatief voor vrouwen en over de samenleving die nog steeds is ingericht op de thuisblijvende moeder en de werkende vader.
Laatst las ik een artikel in Viva over vrouwen en hun zoektocht naar balans in werk, kinderen en vrije tijd. Ook hier werd de ‘vrouwen zijn te afhankelijk van hun mannen’-kaart gespeeld. Wat als je gaat scheiden? Dan ben je gedwongen om je huis te verkopen en moet je helemaal opnieuw beginnen met een laag, want parttime loon.
Maar wacht eens even, dacht ik, hoe zit het dan met die man? Die blijkt steeds meer (17%) parttime te werken. En los van parttime werk: wie verdient er voldoende om in zijn eentje de hypotheek op te hoesten? Of de hypotheek moet erg laag zijn, of de man in kwestie heeft een bijzonder goede baan. In alle andere en volgens mij de meeste gevallen brengt de man ook niet genoeg geld in het laatje om solo de hypotheek te bekostigen. Conclusie: de man is ook of net zo afhankelijk van de vrouw. Maar daar hoor je niemand over.
We zijn dus afhankelijk van elkáár. En zo zie ik het graag. Je vormt idealiter samen een gezin, een zorg- en speelteam voor de kinderen, een partner voor elkaar en een samenwerkend duo voor de financiën. Is dat erg? Ik denk het niet. Ik vind het zelfs wel mooi. Het is een nieuw soort balans. En het blijkt dat het niet alleen voor ouders, maar ook voor kinderen een prettige constructie is. Nederlandse kinderen behoren tot de meest gelukkige van de wereld onder meer door de mogelijkheid om parttime te werken. De onderlinge afhankelijkheid is niet verkeerd. Behalve als je uit elkaar gaat, dan moet je de kaarten opnieuw verdelen. Conclusie: ‘gewoon’ samen gelukkig blijven.