Deprimerende wekker

Alarmclock wil mensen er dagelijks aan herinneren dat het leven niet meevalt, lees ik op nu.nl. Daarom komt het bedrijf met een wekker waarop je niet alleen je levensverwachting, maar ook andere ‘harde feiten’ ziet, zoals hoeveel geld je op je bankrekening hebt en hoeven vrienden jouw sociale (online) leven telt. Waarom? Omdat er niets is wat je ’s ochtends zo snel wakker maakt als de dingen waar je ’s nachts van wakker ligt, aldus Alarmclock.

Waarom zou ik wakker willen worden met een aftellende klok? Dat is toch deprimerend? En hoe hard kunnen die feiten überhaupt zijn? Ongezond leven vergroot de kans op een eerder eind, maar je eindleeftijd is geen vaststaand feit. Ik wil sowieso helemaal niet weten hoe lang ik nog heb, ook al zou dat kunnen. Ik vind het een beklemmende gedachte.

Liever word ik wakker met vrolijke zaken. Een later tijdstip op de klok dan 7.00 uur is al een zegen. Een wekfunctie gebruik ik tegenwoordig niet meer, daar heb ik mijn kinderen voor. Een uitgeslapen gevoel, het gelach en gekeet van Joep en Evi, het idee dat ik die dag weer leuke dingen ga doen, een lieve man naast me. Dat zijn de dingen waar ik bij stil wil staan als ik ’s ochtends mijn ogen open. Nachtelijke piekergedachten zijn er al genoeg, laat staan dat ik ze ’s ochtends verwelkom. En soms heb je van die dagen dat ze er automatisch toch zijn. Dat je wakker wordt met een duf gevoel in je hoofd, een slapeloze nacht achter de rug en een waslijst aan dingen om te doen. Daar heb ik geen klok voor nodig. Lijkt me duidelijk: deze klok prijkt niet op mijn verlanglijstje voor de Sint.

Inzichten van een mama

Het eerste jaar met Joep en Evi zit er bijna op. Veel mensen grijpen de eerste verjaardag aan om terug te kijken, te mijmeren en de balans op te maken. Dat gaat hier niet anders. Ontroerd kijken we naar foto’s van de iniminiversie van onze tweeling. Wat waren ze klein! En ik denk regelmatig terug aan wat ik nu deed een jaar geleden (niks!). Van tevoren heb je bepaalde verwachtingen van het moeder-/ouderschap. Die verwachtingen zijn grotendeels uitgekomen, maar er waren ook genoeg verrassingen. Ik deel er hier een paar.

Wat ik niet wist voor ik moeder werd:

  • Hoe verrot je kunt zijn van slaapgebrek,
    maar dat je dan tóch meer kunt dan je denkt.
  • Dat je na één nacht doorslapen nog lang niet fit bent.
  • Dat ontzwangeren bestaat.
  • Dat borstvoeding niet zo romantisch en gemakkelijk is.
  • Dat je zeer regelmatig poep aan je handen hebt (lees: ik elke dag wel een keer).
  • Dat je met liefde snotjes uit iemands neus haalt.
  • Dat dit zelden of nooit gewaardeerd wordt.
  • Hoe vaak je moet stofzuigen.
  • Hoeveel luiers er eigenlijk doorheen gaan.
  • Dat je blij kunt worden van het idee een kruimeldief te gaan kopen.
  • Hoeveel tijd je op je knieën op de grond doorbrengt omdat je iets onder de bank vandaan vist of een plasje kwijl/spuug/hapje van de grond veegt.
  • Hoe fijn het soms is dat het 19.15 uur ’s avonds is en je even niets meer hoeft.
  • Hoe blij je kunt zijn als je ‘pas’ om 7.30 uur wakker wordt.
  • Dat uit eten gaan niet meer draait om de culinaire hoogstandjes, maar vooral om het ‘er even uit zijn’.
  • Hoe snel de tijd eigenlijk voorbij gaat.
  • Hoe gelukkig je kunt worden van een natte kwijlzoen.
  • Hoe moe je kunt worden van een overgeslagen dutje en een hele middag gejengel.
  • Hoeveel zorgen je je kunt maken over een ziek kind, ook al weet je dat het erbij hoort.
  • Hoe fijn het is als ze zich tegen je aan laten hangen, ophouden met huilen, hun gloeiende hoofdje tegen je schouder leggen en gapen.
  • Hoe vervelend de wintertijd eigenlijk is.
  • Hoeveel praatjes je maakt met anderen in de categorie: ja het is een tweeling.
  • De verrassende uitdrukking op de gezichten van mensen als je casual zegt ‘ik heb een tweeling van zoveel maanden’. Je ziet ze denken: en je stáát hier gewoon.
  • Hoe stom het soms kan zijn.
  • En hoe leuk, liefdevol, gezellig, fantastisch, vertederend, lachwekkend het op andere momenten kan zijn.

Het was een topjaar! Ik ben heel benieuwd tot welke inzichten ik volgend jaar ga komen.