Het antwoord is nee

Ken je dat gevoel dat je een lange dag in de benen hebt? Voor de kinderen gezorgd, eten gekookt, gegeten, eten van de vloer geschraapt, handjes en tandjes gepoetst, voorgelezen, kinderen ingestopt, vaatwasser ingeruimd, kinderen opnieuw ingestopt, keuken opgeruimd… En terwijl je het fornuis staat te boenen en denkt aan het moment dat bijna daar is, het moment waarop je neer kan ploffen op de bank met een welverdiend kopje thee (of iets sterkers afhankelijk van hoe de dag verder is verlopen), juist op dat moment gaat de bel.
Zou het iets leuks zijn? Een prijs in de Postcodeloterij, een lieve vriendin die zomaar even langskomt, een behulpzame buur die je wijst op brandende autolichten? Desnoods een collectant voor een goed doel? Nieuwsgierig sleep je jezelf naar de deur. Je duwt de klink naar beneden terwijl je het feit dat de kinderen nog slapen ondanks het geluid van de bel koestert, opent de voordeur en wie staan daar in de kou? Twee verkopers van een energiemaatschappij.

Domper! Hoe snel kom ik van deze mannen of beter gezegd jongetjes af? Eerst probeer je het beleefd. De jongens vragen door: waarom heb je geen interesse? Daarom niet, ik heb stroom en ben er blij mee. Maar het kan echt goedkoper, benadrukken ze. Hoe heb ik mijn keuze gemaakt? Op dit moment komt de stoom nog net niet uit mijn oren. “Laat me met rust!”, schreeuwt alles in mijn lijf. Het laatste restje opvoeding verlaat mijn poriën terwijl ik roep dat ik geen interesse heb en hier ‘helemaal geen zin in heb’. Ik gooi de deur dicht in hun geërgerde en vermoeide gezichten. Ietwat beschaamd schreeuw ik er nog ‘een fijne avond’ achterna om te laten weten dat mijn fatsoen me niet helemaal verlaten heeft. Boven klinkt gehuil.

Even later zit ik eindelijk met mijn kopje thee op de bank, een nee-nee-ik wil geen verkoper aan de deur-sticker te bestellen. Want die blijken er dus te zijn. Wat een uitkomst. Nu nog een sticker voor op mijn hoofd tijdens het winkelen in de stad.