(Tamp)onbegrip

Er is een selfie waarop Heleen een bebloede tampon uit haar vagina haalt. Op de foto is inmiddels 300 keer geboden. Dit nieuws moet ik even op me in laten werken. Waarom wil iemand zo’n foto hebben? Is het puur vanwege de naam? Het ‘lekkere’ controversiële ervan? Het kunstzinnige aspect? Hoeveel ik er ook over nadenk, ik kom er niet uit. Het roept alleen maar meer vragen op. Waarom zou iemand die foto willen hebben en er ook nog grof geld voor willen neerleggen?

En wat als je de foto gekocht hebt, waar hang je die dan op? Ik zie het al helemaal voor me: een tante en oom komen eten en terwijl wij genieten van een hapje en een drankje lacht de rode tampon van Heleen ons toe. De slaapkamer dan? Niet bepaald sexy toch. Op het toilet? Toepasselijk, maar niet echt een fijn uitzicht als je er op je gemakje even wilt zitten. Dan toch liever de geijkte verjaardagskalender.

Ik snap het niet. Jullie?

Blabla

Als tekstschrijver schrijf ik vrijwel altijd in opdracht van een ander: een bedrijf, een gemeente of een persoon. Er zijn altijd belangen. Iemand heeft een vinger in de pap, iemand betaalt, iemand moet het lezen. Mijn doel is om lekker leesbare teksten te maken die de doelgroep goed begrijpt. Klinkt simpel, maar dat is het niet altijd.

Zoveel meningen zoveel mensen. Daarbij is het lastige van taal dat vrijwel iedereen het spreekt, schrijft en leest en dus denkt er verstand van te hebben. Dat het doel ‘de lezer informeren’ daarbij soms over het hoofd wordt gezien, is helaas aan de orde van de dag. Mensen zijn te vaak bezig met wat ze zelf willen vertellen in plaats met wat de lezer wil lezen. Collega Evelyne Hermans schreef er een interessante blog over: is jouw universitaire website het kneusje van de klas (net als ik)?

Het komt erop neer dat je lef moet hebben om op te vallen. Van doordachte, uitgebreid geaccordeerde en zorgvuldig genuanceerde teksten wordt niemand warm. Gedurfde teksten met een creatieve twist vallen daarentegen op. Soms kan het niet: gevoelige informatie moet je niet in-your-face brengen, maar vaak blijven kansen liggen. Kruip in de huid van je lezer. Wat denkt hij? Wil hij? Verwacht hij? Vanaf nu ga ik het doen. Ik maak me er hard voor: meer lef en minder blabla.

Mooiste dag

Ik had wel gedacht dat het leuk zou zijn, maar dat ik het zó leuk zou vinden. Vier jaar geleden zijn Mathijs en ik getrouwd. En wat was dat een mooie dag! Om te beginnen openden we ’s ochtends gespannen de gordijnen van onze hotelkamer. Zou het? Na vele dagen regen nu écht zon? En wat een geluk: de zon straalde de hele dag (ok, afgezien van een klein buitje tijdens het diner).

Wat ik er zo mooi aan vond? Het optutten, de vrolijke spanning, het nu-gaat-het-gebeuren-gevoel, allemaal lieve mensen, een prachtige jurk aan, Mathijs in een pak mét stropdas, aankomen bij het stadhuis, aan de arm van mijn vader naar binnen, het ja-woord, de ringen, de kus, de champagne, het diner, de speeches, het zingen, het eten, de gezelligheid, het enorme gevoel van geluk. Maar bovenal: het grote gevoel van liefde. Het is ontzettend bijzonder dat alle lieve mensen die er vier jaar geleden bij waren ons alle geluk van de wereld gunden. Dat gevoel is onbeschrijflijk. Warm, liefdevol, je voelt je gedragen en stralend door alle mensen om je heen.

Wat vliegt zo’n dag dan voorbij. Ik zou het zo weer doen, en dan natuurlijk weer met Mathijs. Want de vier jaar die volgden op onze trouwdag waren ook fantastisch (met hier en daar een dipje, we zijn ook maar mensen). Met als allermooiste dag de geboorte van Joep en Evi. Love u!