Even stilstaan

Normaal gesproken sta ik er niet zoveel stil bij verschrikkelijke dingen die kunnen gebeuren. Ziektes, ongelukken, oorlogen. Ik probeer vooral te kijken naar de leuke en mooie dingen in het leven en daar mijn energie aan te besteden. Maar soms is het goed om wel naar die lelijke, pijnlijke en verdrietige zaken te kijken en te beseffen wat voor een bofkont je eigenlijk bent.

Zo ook deze week. Berichten over IS (wat ben ik toch blij dat ik hier in het veilige Nederland woon) en over ongelukken met een monstertruck (wat ben ik toch blij dat wij daar niet waren) en berichten over ziekte; ik keek het Kinderziekenhuis en zag de veertienjarige Fleur en haar familie tijdens haar gevecht tegen kinderkanker (wat ben ik toch blij dat we allemaal gezond zijn).

Het is geen vanzelfsprekendheid. Ook hier in het veilige Nederland kan er een aanslag gepleegd worden, of kun je onderweg naar de vakantiebestemming uit de lucht geschoten worden. Of je gaat met je zoontje naar een auto-evenement omdat hij dat zo ontzettend leuk vindt en het volgende moment… En ook wij kunnen ziek worden. Soms is het goed om even stil te staan bij al het moois dat je hebt en positieve energie te sturen naar mensen voor wie dat geluk niet zo vanzelfsprekend is. Dus voor ieder die het nodig heeft een pakketje positieve energie: pak aan!

Goed bezig

Vroeger was vakantie een tijd om cocktails te drinken, bij te slapen en even stil te staan bij het reilen en zeilen van mijn leven. Vragen als ‘zit ik op de juiste weg’ en ‘ben ik gelukkig’ passeerden steevast de revue. Zo nodig maakte ik plannen. En vervolgens kon ik er weer even tegenaan.

Tegenwoordig betekent vakantie tijd doorbrengen met je gezin. Even geen gezeur aan je hoofd, alles in een langzamer tempo en vooral genieten van het plezier van je kinderen. Dat lukte zeker vorige week in de Eifel (aanrader!). Wat worden Joep en Evi al groot! En wat vonden ze het leuk om met Isa, Nikkie en Bart op vakantie te zijn (zo leuk dat Joep zich zelfs midden in de nacht afvroeg waar Isa was).

’s Avonds was het tijd voor een wijntje, spelletje en een lekker borrelhapje. Gezelligheid alom, waarbij Bart steevast als grote winnaar uit de bus kwam. Alleen van dat peinzen kwam niet zoveel. Van dat bijslapen overigens ook niet. Eenmaal thuis werd ik op zaterdagavond geveld door een buikgriep. Vrijwel de hele zondag bracht ik door in bed. En daar had ik tijd om na te denken.

Mijn conclusie:

Ik heb TOPkinderen en een TOPman

Ik vind mijn werk leuk

Ik houd van mijn leven zoals het nu is

Ik ben goed bezig

Zo, tot de orde van de dag.

Een peulenschil

Soms doe je een kleine ontdekking waar je zo blij als een kind mee bent. Zo was ik gisteren buitensporig blij met mijn pompoenontdekking. Ik houd namelijk van pompoen. En Joep en Evi ook. Pompoen is gezond, niet duur (zeker niet als hij uit de moestuin van mijn schoonouders komt) en lekker. Ik maak er soep, pastasaus of puree van. Er is alleen één maar: dat je die krengen moet schillen. En pompoen schillen is dus ruk. Je komt nauwelijks door de schil of de pompoen heen. Al meerdere keren had ik letterlijk blaren op mijn handen.

Dat moet anders. En dat kan dus anders, ontdekte ik. Je hoeft helemaal niet te schillen! Je flikkert de halve pompoen, zaadjes eruit, schil naar beneden, gewoon een hele tijd in de oven (afhankelijk van de dikte, ik deed 45 minuten op 175 graden Celsius) met wat olie, peper en zout erover. En violà, je pelt de schil er vervolgens gewoon vanaf. En het is nog lekker ook! Er zit meer smaak aan dan wanneer je de pompoen kookt.

Dus maakte ik gisteren een flinke pan soep van de in de oven geroosterde pompoen. Dat deed ik als volgt: uitje, knoflook en wat cayennepeper in de pan aanzetten in wat olie, een in blokjes gesneden aardappel erbij voor wat extra stevigheid, pompoen erbij, afblussen met kippenbouillon tot alles onder staat en tien minuten laten doorkoken. Pureren maar en klaar. Ik strooide er pistachenootjes overheen. Gegarandeerd smullen! En de kinderen vonden het ook lekker.