Gezellig, zo’n werkende moeder

Werkende moeder zijn: is het nou echt zo erg? Ik las deze blog op Me-to-we.nl waarin een werkende moeder suggestieve opmerkingen voor haar kiezen kreeg en kreeg plaatsvervangende stompneigingen. Wat een onzin! Werkende moeders zijn niet slecht en thuisblijvende moeders ook niet. Laten we ophouden met neerkijken op elkaar en juist kijken waar we van elkaar kunnen leren. Mijn handen jeuken teveel om niet op een paar punten uit de blog te reageren…

* “Tja, ik zou het niet kunnen hoor… de kinderen bij een vreemde achterlaten. Daarvoor houd ik teveel van ze.”

Dat heeft toch niets met houden van te maken? Als ik zie hoe blij onze kinderen zijn om opa en oma te zien of hoe leuk ze het vinden om met ‘de kindjes’ of hun favoriete leidster te spelen dan gun ik ze dat plezier van harte.

* “Raak je er niet gestresst van als je verhalen hoort als over zo’n Robert M.? Die man werkte jarenlang op een kinderopvang bij jou in de stad.”

Nee. Ik heb een goed gevoel bij de leidsters van ons kinderdagverblijf. Sowieso vind ik angst geen goede leidraad.

* “Je voelt je vast heel schuldig.”

Waarom? Omdat ik een deel van mijn tijd mezelf blijf en doe wat ik leuk vind en waar ik goed in ben? Volgens mij leren kinderen van voorbeelden, dit lijkt me een hele mooie.

* “Ik zou het heel lastig vinden om mijn kind grotendeels door een ander te laten opvoeden. Maar dan heb ik het puur over mezelf.”

Ik heb totaal geen probleem om mijn kinderen in de capabele handen van opgeleide leidsters of een liefhebbende opa en oma achter te laten. Ik heb de wijsheid niet in pacht, niemand toch?

* “Maar vind je het dan niet erg dat je zoveel speciale momenten van je kind mist?”

Soms. Maar er zijn ook genoeg momenten die ik niet mis. Met een paar poepluiers, driftbuien en tijdrekkende discussies minder in de week kan ik prima leven. En het mooie is dat ik juist op de dagen dat ik Joep en Evi wél zie meer van ze kan genieten omdat ik ze die andere uren gemist heb. Ik denk oprecht dat ik er een betere moeder van word. Een gezelligere ook.

Het bijna-effect

Joep kletst de hele tijd door. Vanaf het moment dat hij wakker is (mama, papa, wakker!) totdat hij gaat slapen (hoeve niet te slapen). Evi is iets stiller maar verrast ons vervolgens met nieuwe woorden die uit het niets lijken te komen. Kappusjon, zei ze gisteren, terwijl ze de capuchon van haar jas over haar hoofd trok omdat het regende. Weer een nieuw woord bij de verzameling in haar kleine hoofdje. Het is verbazingwekkend wat en hoe snel kinderen nieuwe dingen leren. Van lachen en omrollen tot rennen en praten.

Waarom zijn kinderen zo goed in leren? Natuurlijk, het is de bedoeling dat zij dit doen in deze levensfase, daar zijn hun hersenen op gebouwd. Maar wat kunnen wij leren van hen? Want hoe moeilijk is het om als volwassene iets nieuws te leren? Het antwoord zag ik opeens afgelopen week. Evi gooide met een ballon en probeerde hem op te vangen. De ene keer lukte het wel (ja, gelukt!) en de andere keer niet. Dan zei ze: bijna! Ook als de ballon een totaal andere kant op stuiterde.

Bijna. Het smaakt naar ‘straks lukt het wel’. Kinderen kunnen volgens mij zo goed leren omdat ze de bijna-instelling hebben. Ze weten dat de aanhouder wint. Dat je het stapje voor stapje moet doen. En dat als je maar blijft proberen en gelooft in jezelf, het je op een dag lukt. En dat je dan glundert van trots. Het bijna-effect, ik ga het ook proberen.

Die lekkere flow

Het is alweer even geleden dat ik de balans opmaakte van 2014. De vakantie is voorbij gevlogen en het nieuwe jaar is spetterend van start gegaan. Ik weet niet of het komt door de acquisitie die ik gedaan heb, mijn fantastische kwaliteiten of puur toeval en geluk, maar mijn agenda puilt plotseling uit. Vandaar dat de eerste blog van het nieuwe jaar even op zich liet wachten. Het schrijven ervan zweefde steeds ergens op mijn ‘to do’-lijstje maar net niet hoog genoeg.

En nu dus wel. Maar wat valt er te zeggen? Ik ben vooral dolblij met het toenemende succes. En tegelijkertijd probeer ik in mijn hoofd de agendapunten en afspraken aan elkaar te knopen. Een interview afnemen in België en hup door om de kinderen op te halen van het kinderdagverblijf. Een afspraak in Utrecht, Tilburg, Den Bosch en, nee, die afspraak in Eindhoven past er niet meer bij. Lastig, voor iemand die heel enthousiast is en liever geen ‘nee’ zegt.

Naast de op de achtergrond in kleine mate aanwezige ongerustheid (gaat dit allemaal lukken? Natuurlijk lukt het! Wat als er een kind ziek wordt? Dan vind ik daar wel een oplossing voor) is er vooral een overheersend gevoel van trots, van goed bezig zijn, van mezelf nuttig maken. Wat is het toch lekker om in een flow te zitten. Als carrièrevrouw, ondernemer en als moeder. Alleen die sportbroek ligt een beetje te verstoffen in de kast. Dat komt in februari wel weer.