Soms heb ik van die interviews waardoor ik weer weet waarom ik dit werk doe. Een fijn gesprek, een inspirerende bijeenkomst en mijn hoofd vol stof tot nadenken. En dat ik die input vervolgens mag boetseren tot lekker lezend verhaal. Heerlijk is dat.
Want ooit, zo’n zeventien jaar geleden, koos ik voor de studie journalistiek vanwege mijn nieuwsgierige inslag. Ik wil namelijk graag dingen weten. Veel dingen. Ik wil informatie over zaken die ik interessant vind. En ik wil informatie over zaken die ik op het eerste gezicht minder boeiend vind, maar die dat tóch blijken te zijn. Meestal zijn ze dat wanneer de verteller vol enthousiasme vertelt.
En laat ik nu de laatste maanden zeer regelmatig zulke momenten hebben gehad. Vorige week nog een gesprek over onderwijs en hoe het anders kan. Vandaag een gesprek over de verbetering van het mbo. Vorige maand een gesprek over het verbeteren van ziekenhuiszorg. In januari een gesprek over de klantgerichtheid van de overheid. Twee weken terug een interview over de gevolgen van maatschappelijke veranderingen voor de huizenmarkt.
Natuurlijk, ik voer zo’n gesprek met mijn tekstschrijversbril op. Ik verzamel de informatie die ik nodig heb voor mijn artikel. Maar tegelijkertijd voed ik mijn eigen geest, stel ik vragen uit puur eigenbelang en word ik zo een heel klein beetje wijzer. Een heel klein beetje maar, want er is nog zoveel om te leren en te weten. Ik vind het geweldig. En ik word er nog voor betaald ook.