Schrijven uit de losse pols

Schrijven, ik doe het veel, heel veel. 99% van mijn schrijfwerk is zakelijk. Ik werk interviews uit, redigeer lijvige documenten en schrijf websiteteksten of blogs. Altijd doe ik dat binnen de kaders van de opdrachtgever: wie zijn ze, wat doen ze en wat willen ze vertellen?

Hoe lekker is het om die kaders een keer los te laten. Dat mocht ik doen tijdens de workshop creatief schrijven van Karen Meijs. Als communicatie interimmer bij het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis viel ik met mijn neus in de boter: de nieuw samengestelde redactie van het personeelsmagazine ging een workshop volgen en ik mocht meedoen.

Zomaar wat schrijven, waar begin je dan? Nou, gewoon waar je wil. Als alles mag is het best moeilijk om ‘iets’ te schrijven. Karen gaf ons kleine opdrachten en tips om aan de slag te gaan. En in no time was het enige geluid wat je hoorde dat van pennen op papier. En dat van tanden in koekjes trouwens, maar dat is een ander verhaal.

Ik genoot ervan om mijn fantasie de vrije loop te laten. Om een verhaal, zonder te oordelen of het goed of slecht was, zich te laten ontvouwen in mijn hoofd en op papier. Het is zo jammer dat we de fantasie die we als kind hebben steeds meer kwijtraken in een maatschappij waar vooral waardering is voor kennis en kunde. En dus neem ik me voor om het vaker te doen, dit schrijven uit de losse pols. Misschien lukt het me ooit wel om dat boek te schrijven. Je weet wel, dat boek dat iedere semi-schrijver in zijn la moet hebben liggen. Met een beetje fantasie moet het lukken.

Predicaat slechte moeder

Evi en Joep 11 wekenHoogleraar Carolina de Weerth van het Nijmeegse Radboud vindt dat ouders het eerste jaar zelf voor hun kind moeten zorgen. Want zo zegt ze: de kwaliteit van crèches is slecht, baby’s krijgen er stress van en snappen niet waar hun ouders zijn en dat leidt tot problemen op latere leeftijd. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar mijn nekharen staan overeind.

 

De Weerth deed negen jaar lang onderzoek onder 200 baby’s. Op basis daarvan trekt ze haar conclusies. Even voor je beeld: per jaar worden er in Nederland tussen de 160.000 en 210.000 baby’s geboren (bron CBS). Dit is dus een steekproef van op in het meest positieve geval 0,001%. De Weerth pleit op basis van haar onderzoek voor een jaar lang verlof, te verdelen over beide ouders. Een flinke investering? Dat klopt, maar die betaalt zich volgens haar terug doordat kinderen op latere leeftijd minder problemen hebben.

 

Ik vind het een bijzondere conclusie voor iemand die zegt wetenschapper te zijn. Ze baseert haar advies in mijn ogen voornamelijk op aannames: crèches zijn slecht en kinderen willen bij hun ouders zijn. Hoe weet zij dat laatste? Heeft zij een goed gesprek met haar kind gehad toen die zes maanden was? En hoezo zijn alle crèches slecht? Hoe erg kun je generaliseren? Ok, ze heeft verhoogde stresslevels aangetoond bij de 200 crèchebaby’s die ze onderzocht. Maar hoe zijn die gemeten? En wanneer? Zijn andere factoren goed uitgesloten?

 

Niet naar de crèche toe, maar wat dan? Wie kan er een jaar lang thuis blijven betalen? Hoe zit het met je carrière? En wat te doen met die hypotheek? Het advies van de onderzoekster: neem je baby gewoon lekker mee naar je werk, in de Maxi Cosi. Dat deed ze zelf ook. ‘En als de baby ging huilen, ging ik gewoon naar huis’. Daar zullen werkgevers blij van worden! Los van het feit dat een baby geen uren achter elkaar in zo’n ding mag liggen.

 

Ik vind het prima dat iemand de knuppel in het hoenderhok gooit. Wat mij betreft mag het verlof van moeders en van vaders een stuk langer zijn. Op dat vlak ben ik het met haar eens, al vind ik een jaar best overdreven. Maar waarom moet er altijd ingespeeld worden op het schuldgevoel van de werkende moeder? Als jij je baby naar de crèche brengt, heeft die stress en ontwikkelt hij of zij zich minder goed. Het predicaat ‘slechte moeder’ is weer eens geplakt en daar pas ik voor.

Edit: uit een reactie van één van mijn lezers blijkt dat een negenjarig onderzoek onder 200 baby’s wél als wetenschappelijk verantwoord geldt. In die conclusie ben ik dus te kort door de bocht geweest. 

Het onderschatte luieren

Als je je hoofd leegmaakt en je lijf rust geeft, komen de beste ideeën. Voor creativiteit is lucht en ruimte nodig, pas dan krijgt je geest vrij spel. Daarom sluit ik me volmondig aan bij het initiatief van Marieke van Dijk van Springidee. Zij roept 15 april uit tot Nationale Lummeldag. Ze koos vandaag omdat het de geboortedag van Leonardo da Vinci is, lummelaar én creatief genie bij uitstek. Hij wist als geen ander dat rust en mijmeren soms noodzakelijk zijn om tot inzichten te komen.

Druk, druk, druk, snel, digitaal en altijd bereikbaar. Anno nu blijft er weinig tijd over om te peinzen. Er is altijd wel iets wat je kunt doen, een Facebook-up-date om te checken, een mail om te beantwoorden of een klusje om te doen. Luieren wordt onderschat vind ik. En je loopt er al helemaal niet mee te koop want dan ben je vast niet succesvol. Maar hoe lekker is het, zeker op een zonnige dag, om eens de boel de boel te laten. Het is één van de redenen waarom ik het niet erg vind om zo nu en dan met de trein te reizen (als hij netjes rijdt) en ongegeneerd uit het raam te staren. Dan mag het.

Een hele dag lummelen, dat zit er vandaag niet in. Er staan twee interviewafspraken ingepland. Wel haalbaar is een vrije namiddag. En daar ga ik voor. Dus als je me niet kunt bereiken vanmiddag: ik ben er even niet. Ik lummel wat in de tuin of op een terras. En wie weet wat voor ideeën eruit rollen.

Angsthazen

Onze kinderen zijn niet zo bang aangelegd. De manier waarop Evi een ballenbak inspringt doet de wenkbrauwen van veel moeders rijzen. En ik verwonder me regelmatig over het gemak waarmee Joep enthousiast een kamer met onbekenden doorspeelt en -stuitert. Maar sinds kort blijken we toch twee angsthazen te hebben.

De paashaas, het klinkt zo leuk. En dat was het ook. Eitjes zoeken: leuk. Chocolade eten: nog leuker. Gekookte eitjes pellen en eten: idem. Maar dan die rare paashaas. Ze hebben hem de eerste keer gespot tijdens een bezoek met opa en oma aan een tuinwinkel. Panisch waren ze, aldus opa. Ik nam het ter kennisgeving aan. Op eerste paasdag zag ik het met eigen ogen. We waren aan het wandelen en vanuit het bos kwam een man verkleed als paashaas aangelopen. Hij was tientallen kinderen aan het helpen met eieren zoeken. De reactie was overweldigend. Twee kinderen sprongen bij ons op schoot, kropen diep weg in onze nekken en huilden omdat ze zo bang waren. Zo kenden we onze kinderen helemaal niet. Het kostte heel wat overredingskracht om de paashaas uiteindelijk op drie meter te naderen, meer zat er niet in.

Inmiddels ligt Pasen achter ons maar zijn we nog bezig met het verwerken van alle indrukken. Joep droomde eerder deze week over de paashaas en werd gillend wakker. De paashaas mocht niet in de auto, zei hij. Evi had gisternacht twee keer een nachtmerrie over de paashaas en was enorm ‘geschrokken. Het lastige was dat ze gisteravond, hoewel heel moe, niet durfde te gaan slapen. Ze lag zwetend, trillend en huilend in bed, zich vastklampend aan haar knuffelolifant. Na twee uur praten en proberen konden we haar ervan overtuigen dat de paashaas in zijn eigen huis was en niet bij ons binnenkwam. Dat werkte. Maar wat een verdriet. En dat om iets dat speciaal voor kinderen is bedacht. Ik ben benieuwd hoe het over twee maanden gaat na een bezoek aan de Efteling.

De weg van ondernemen

Mijn eigen tijd indelen, werken vanuit mijn eigen naam en verantwoordelijkheid, en werken voor interessante opdrachtgevers en met veel vrijheid. Zo zag ik vier jaar geleden het zelfstandig ondernemerschap. Al die zaken blijken waar, weet ik nu. Maar zelfstandig ondernemen is
nog veel meer dan wat ik van tevoren kon bedenken.

Een eigen bedrijf opzetten is namelijk ook omgaan met onzekerheid: het is nu rustig, wordt het wel weer druk? Het is jezelf op de kaart zetten óók als je dat een beetje spannend vindt: ik stap nu die ruimte vol onbekende binnen en begin vooraan. Het is je eigen administratie doen en je eigen servicedesk zijn: kan ik dit van mijn zakelijke rekening betalen? En waarom doet die laptop het nou niet? En het is doorwerken tot in de kleine uurtjes omdat je tijd tekort komt en een deadline hebt: maar morgen worden de kinderen weer vroeg wakker?

De weg van het ondernemerschap is vol heuvels, dalen, piekeren en toppen. Je komt steeds nieuwe vragen tegen. ‘Hoe zorg je voor een goede balans tussen werk en privé?’ is bijvoorbeeld een vraag die de laatste maanden actueel was in mijn leven. Want er zitten maar 24 uur in een dag en dat is soms iets te weinig.

Samen met collega-ondernemers van de JOST (ontmoetingsplek voor jonge ondernemingen in Tilburg) praatte ik over het onderwerp. Zo ontstond het idee om een avond te organiseren voor ondernemers. Om te ontdekken welke hordes we nu moeten nemen – want het is altijd een momentopname – en elkaar te adviseren hoe dat te doen. Wie beter dan ervaringsdeskundigen kunnen samen antwoorden vinden op vragen? Het resultaat is een eerste interactieve Boostsessie voor ondernemers op dinsdag 21 april. Kom je ook? Jost-leden én geïnteresseerden zijn welkom! Schrijf je even in via deze link en bedenk alvast wat jouw hamvraag is.