Even tot tien tellen, ik doe het momenteel dagelijks. Ik wil niet die kleren aan, ik wil niet plassen, ik wil dat muziekje nog tien keer horen, ik wil geen yoghurt, ik wil geen water, ik wil bellenblazen, ik wil geen schoenen aan, ik wil geen jas aan, ik heb helemaal niet gepoept. En dan heb je dus alleen nog maar ontbeten (tenminste Mathijs en ik hebben wat gegeten, zij hebben niet zoveel op). En dat keer twee.
Waar zijn mijn lieve, gezeglijke kinderen gebleven? Waar zijn de Joep en Evi die ’s nachts gewoon doorslapen, ‘ja’ kunnen antwoorden op een vraag en dingen willen doen die ik wil? Soms zie ik glimpen van mijn oude schatjes maar de laatste tijd zie ik vooral twee peuterpubers die de grenzen volop opzoeken. Ik weet ‘het is een fase’, maar wel een tenenkrommende.
Het lastigste vind ik de continue afweging tussen ‘choose your battles’ en ‘geef consequent je grenzen aan’. Ik wil niet op elke slak zout leggen en elke discussie aangaan. Daar wordt het zo ongezellig van. Maar ik wil ook niet mijn kinderen verpesten door het inconsequent en te weinig aangeven van regels, want ik geloof er heilig in dat kinderen regels nodig hebben. Hoog tijd om mijn boek ‘How to talk to kids’ weer eens uit de kast te trekken. En dan vanavond vol goede moed weer verder. Duimen mag.