Inzichten van een mama, deel drie

DSC_0242Joep en Evi zijn afgelopen zondag drie jaar geworden. Drie jaar! Zoals alle clichés over het moederschap waar blijken te zijn is een ‘wat gaat het toch snel’ absoluut legitiem. Het idee dat dit hun laatste jaar thuis is, maakt me nu al melancholisch. Straks gaan ze naar school en leren ze lezen en schrijven. Dan moeten ze mee in de orde en regelmaat van het leven. Moeten we op tijd op school zijn en kunnen we op een zonnige donderdag niet zomaar even naar de dierentuin. Gelukkig is het nog niet zover, dus tot die tijd genieten we optimaal. Want genieten is het zeker.

 

Het jaar waarin Joep en Evi twee waren was erg leuk. Het leidde tot minder inzichten en verrassingen dan voorgaande jaren, aangezien we inmiddels een beetje door de wol geverfd zijn. Maar toch, wat viel me op:

Dat ze grapjes maken. En er dan zelf om lachen.

Dat veel van deze grapjes over poep gaan.

Dat ze opeens een nieuw woord blijken te kennen, bijvoorbeeld inderdaad of afgesproken.

Dat het echt waar is ‘dat kinderen zelf aangeven wanneer ze zindelijk zijn’.

Dat Joep 100% voor iets kan gaan, of het nou luisteren naar Peter en de Wolf is of knippen of kleien.

Dat Evi de dingen graag zelf doet en naast de mama van pop Saartje soms ook mama van Joep speelt.

Dat je gesprekken met ze kunt hebben aan tafel.

Hoe ze soms niet uit hun woorden komen en dan hoog ademend hakkelen, zo vertederend.

Hoe ze op andere momenten met allerhande zaken kunnen gooien, smijten en slaan.

En dat er dan bijvoorbeeld rode verf op de witte muur zit.

Hoe vaak er een glas drinken omvalt.

Dat ze nu echt iets begrijpen van Sinterklaas.

En veel liedjes kunnen zingen.

Dat je via je kinderen een verjaardag en Sinterklaas veel meer beleeft.

Dat ze vorig jaar nog op de arm ‘zwommen’ met zwembandjes om en nu zelf vanaf de kant zonder vrees het water in plonsen.

Dat afscheid nemen van het middagdutje best een dingetje is.

Maar dat je dan wel je avonden terugkrijgt.

Dat ze een keer al zaklopend in hun kussenslopen de crème uit mijn sporttas over zichzelf hadden uitgesmeerd (wat hoor ik toch?) terwijl ze eigenlijk moesten slapen.

Dat tijd rekken tijdens het bedritueel populair is.

Dat samen keten superleuk is.

Maar dat de ander af en toe ook heel erg stom is.

Dat ze soms zeggen papa/mama/Joep/Evi is mijn beste vriend.

En dan je hand vastpakken.

 

 

 

Bloggen, een hobby van me

Bloggen is leuk, vind ik. Blogteksten zijn wat minder vastomlijnd, wat losser dan andere teksten. Je mag je eigen mening geven, het hoeft niet hoogdravend te zijn (liever niet) en je mag het in je eigen woorden doen. Heerlijk. Al eerder schreef ik over mijn opdracht voor het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Bloggen voor geld, het valt wat mij betreft in de categorie ‘van je hobby je werk maken’.

De blogs voor het ministerie gaan over inspiratie: waar halen de accountmanagers hun inspiratie vandaan op het gebied van het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, de invoer van passend onderwijs en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs? Het idee is dat deze inspirerende onderwerpen anderen aan het denken én aan het werk zetten.

Tussen de interviews en de regels door levert dat mooie gesprekken op. Want wie praat er nu niet graag over wat hem of haar inspireert? Los daarvan zijn de accountmanagers stuk voor stuk professionals die mijn meerwaarde als tekstschrijver zien en respecteren én die zich houden aan afspraken. En dat werkt heel prettig. Vanzelfsprekend zijn het hún blogs en niet de mijne. Onderaan de pagina prijkt namelijk hun naam. Het is leuk om de blogs zo te schrijven dat het ook echt hun eigen woorden zijn. Ik kijk dus uit naar de wekelijkse telefoontjes en neem van elk gesprek wel iets mee voor mezelf. Inspirerend!

Wil je de blogs lezen? Dat kan hier.

In mijn serie van vijf tel ik af tot mijn vijfjarig jubileum op 1 februari. Ik doe dit aan de hand van mijn eigen ideeën, inspiratiebronnen en geleerde lessen. Vandaag deel twee van mijn vijf inspiratiebronnen.

Inspiratie is overal

Wat inspireert mij? In veel gevallen is dat een goed gesprek. Wanneer ik mensen interview kan het zijn dat we een beetje afdwalen van het hoofdonderwerp. Dat ik meer vraag dan ik nodig heb voor mijn tekst. Gewoon, omdat ik het antwoord zelf graag wil weten. Ik blijf het fascinerend vinden hoe mensen denken en doen, hoe ze hun leven inrichten en waarom. Er valt zoveel te leren van anderen. Daar vind ik regelmatig inspiratie.

Zo sprak ik vorige week nog een onderwijsdeskundige. Aan het eind van het gesprek kregen we het over hoe kinderen leren. En dat kinderen zo vaak ontmoedigd worden terwijl het zoveel beter is om ze juist te bemoedigen in hun pogingen dingen te leren. Je leert nou eenmaal met vallen en opstaan. Ook heb ik veel geleerd van interviews met patiënten. Hoe gaan zij om met hun ziekte? Hoe zorgen zij ervoor dat ze weer zin hebben in een nieuwe dag? Ik zal nooit vergeten dat ik een gezin sprak waarvan de zoon aan de (spier)ziekte van Duchenne leed. De impact op het hele gezin was ontzettend groot. Van de aanschaf van een bus om de rolstoel te kunnen vervoeren tot de burn-out van de vader en de dagelijkse zorg thuis die in de loop der jaren alleen maar intensiever zou worden. Het is jaren geleden dat ik hen sprak en ik vraag me af of de jongen nog in leven is. Ik voelde me klein toen ik de deur weer uitliep. Wat een verdriet en wat een kracht.

Ook sprak ik een keer met Roos Wouters. Zij opende mijn ogen op het gebied van ouderschap en werk. Roos maakt zich sterk voor het vernieuwen van organisaties zodat die beter passen bij de eisen van ouders in de huidige maatschappij. Ze legde me toen uit dat de inrichting van de maatschappij achterloopt op de ontwikkelingen rondom het gezin. Ouders werken bijvoorbeeld tegenwoordig vaak allebei, maar schooltijden zijn nog steeds gebaseerd op de moeder die met thee en koekjes thuis klaar zit om 15.00 uur. Het is achterhaald. Waarom eigenlijk? Tijd voor verandering.

Er zijn nog ontelbare, interessante gesprekken, inspiratiemomenten en mooi quotes langs gekomen de afgelopen vijf jaar. En er komen er vast nog talloze bij.

In mijn serie van vijf tel ik af tot mijn vijfjarig jubileum op 1 februari. Ik doe dit aan de hand van mijn eigen ideeën, inspiratiebronnen en geleerde lessen. Vandaag deel een van mijn vijf inspiratiebronnen.

Money money money

Doen waar je goed in bent en wat je leuk vindt. Genieten van je vrijheid als ondernemer en ondertussen een beetje bloggen. Het klinkt allemaal fantastisch, maar wat je niet moet vergeten is dat er aan het eind van de dag gewoon geld verdiend moet worden. Omzet, winst, een boterham.

Sommige mensen – vrijwel altijd vrouwen – zeggen dat ze ‘een bedrijfje hebben maar niet perse geld willen verdienen want het gaat om het plezier’. Dan staan mijn nekharen overeind. Hoe kun je jezelf serieus nemen als je ‘bedrijfje speelt’? Je wil toch aan het eind van de rit die factuur sturen, je boekhouder aan het werk zetten en jezelf je maandelijkse toelage uitkeren? Het financieel voor elkaar hebben is wat mij betreft een belangrijk onderdeel van succesvol ondernemerschap.

Wanneer ben je succesvol? Op die vraag kun je alleen zelf antwoord geven. Voor mij betekent succes me goed voelen in mijn werk en groeien qua werkzaamheden én qua omzet. Het betekent overigens niet dat ik het druk-druk-druk moet hebben. Liever heb ik een fijne balans tussen werk en vrije tijd. Succes is voor mij dus geen eindeloze groei. Mij helpt het om mezelf doelen te stellen: zoveel nieuwe opdrachtgevers erbij dit jaar en zoveel meer omzet. Als ik mijn doelen haal, of nog beter, voorbij streef, ben ik zeer tevreden. Kijk maar eens wat Jos Burgers hierover zegt (rond 1 minuut 10).

In mijn serie van vijf tel ik af tot mijn vijfjarig jubileum op 1 februari. Ik doe dit aan de hand van mijn eigen ideeën, inspiratiebronnen en geleerde lessen. Vandaag deel vijf van mijn vijf lessen in ondernemerschap.

Steek je nek uit

Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Dat credo gaat niet op voor zelfstandig ondernemers. Als je wil dat mensen je zien, moet je je nek uitsteken. Anders kom je niet boven het maaiveld uit. Ja, dat is eng. Wat als mensen ontdekken dat je helemaal niet zo fan-tas-tisch bent als je website doet vermoeden? Want laten we eerlijk zijn; iedereen is wel eens onzeker.

En toch moet je die stap zetten. De eerste stap in die kamer vol netwerkers. Die eerste pitch bij een opdrachtgever, die eerste blog, tweet of opvallende reactie. Zorg dat je gezien wordt. En kijk ook goed naar anderen. Want alleen bovenin dat maaiveld is het ongezellig en hoge bomen vangen nou eenmaal (veel) wind. Dus kijk ook met interesse naar anderen zoals je hoopt dat zij dat naar jou doen.

Huren mensen je bedrijf in? Of jou persoonlijk? Voor ZZP’ers geldt meestal het tweede. De grenzen tussen jou als persoon en als ZZP’er zijn daardoor soms vaag. Het mooie is dat je daarom jezelf kunt blijven. Ik geloof er heilig in dat het mensen het waarderen wanneer je oprecht en identiek bent. Zorg er dus voor dat het beeld dat je van jezelf schetst klopt met de werkelijkheid, zonder meteen al je onhebbelijkheden op tafel te gooien. En doe er een kleine dosis lef bij.

In mijn serie van vijf tel ik af tot mijn vijfjarig jubileum op 1 februari. Ik doe dit aan de hand van mijn eigen ideeën, inspiratiebronnen en geleerde lessen. Vandaag deel vier van mijn vijf lessen in ondernemerschap.