Jongens vs meisjes

Joep en Evi maart 2016Niet stil zitten, impulsief en competitief gedrag vertonen, fysiek zijn, minder goed kunnen plannen en minder goed de consequenties van het eigen handelen in kunnen schatten. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat jongens tussen de 10 en 16 jaar het moeilijk hebben op school. De reden: soms wel twee jaar achterstand in de breinontwikkeling en meer testosteron ten opzichte van meisjes. Het gevolg: eerder genoemde gedragingen.

 

Jongens vallen door dat gedrag vaker uit op school, zakken vaker van niveau en stijgen minder vaak dan meisjes. Hoe dat komt? Doordat ze jongens zijn, maar zich als meisjes moeten gedragen. Meisjes passen veel beter in het schoolse regime van plannen, structuur en luisteren. Jongens leren liever door te doen of door de competitie aan te gaan. Neem bijvoorbeeld het in elkaar zetten van een IKEA-kast: vrouwen lezen eerst uitgebreid de gebruiksaanwijzing, mannen beginnen gewoon en kijken pas als ze er niet uitkomen. De aanpak is compleet anders.

 

Als ghostwriter voor de accountmanagers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mocht ik afgelopen week een blog over dit onderwerp schrijven. En het inspireerde me. Wie bepaalt dat meisjesgedrag wenselijk is en jongensgedrag niet? Accountmanager Frank Koster is van mening dat we jongens vooral niet tot niet-meisjes moeten maken, maar dat we ze moeten leren mannen te worden. Want naast dat jongensgedrag natuurlijk bepaald en helemaal niet zo erg is, is er ook ongewenst gedrag op latere leeftijd wanneer je er niets mee doet. Denk aan gevaarlijk gedrag in het verkeer, ruzie zoeken tijdens het uitgaan of zelfverrijking tijdens de bankencrisis. Het zijn toch zelden vrouwen die dat soort dingen doen. Koster pleit voor een andere aanpak voor jongens op school, een aanpak die meer past bij hoe ze zijn. Die appelleert aan hun behoeften.

Het gekke is dat wanneer het diploma behaald is volgens de normen van het schoolse, vrouwelijke regime, het tijd is voor de échte wereld. En laten daar de mannen nou de dienst uitmaken (sorry feministen). De werkcultuur is masculien. Er is concurrentie, haantjesgedrag, je moet jezelf laten zien, een beetje schreeuwen. En dan delven de vrouwen het onderspit. Dus mijn idee: meisjes hebben net zo goed baat bij een meer masculiene benadering op school. Zo stomen we ze klaar voor werk later in de maatschappij. Als school nou iets meer mannelijk wordt en bedrijfscultuur wat vrouwelijker, dan zijn we er.

Verplichte lezerskost

 

Hoe ik talent voor het leven kreegIk zeg het maar meteen: het boek Hoe ik talent voor het leven kreeg geschreven door Rodaan al Galidi móet je gelezen hebben. Als je iets wilt weten over hoe het is om een asielzoeker in Nederland te zijn. Als je je enigszins wilt openstellen voor mensen die jarenlang in de wachtstand staan nadat ze met veel moeite ons land hebben bereikt. En als je samen met Rodaan kritisch wilt kijken naar ‘het systeem’: Lees. Dit. Boek.

 

De Iraakse Semmier Kariem wacht negen jaar in een asielzoekerscentrum op zijn verblijfsvergunning. Het boekt vertelt over zijn vlucht naar Nederland, zijn eerste contact met de vreemdelingenpolitie op Schiphol en het eindeloze, geestdodende wachten in een centrum tussen vijfhonderd anderen.

 

Het is toch goed geregeld voor asielzoekers in Nederland? Mensen mogen blij zijn dat ze hier terecht kunnen. Dat klopt, maar niet in alle gevallen, zo blijkt. Want waarom hebben criminelen een cel voor zichzelf en een dagbesteding en slapen asielzoekers met meerdere mensen op een kamer (of in een sporthal) en mogen zij nog geen Nederlandse les volgen? Kun jij je voorstellen dat je negen jaar van je leven doorbrengt in een wachtkamer? Ja, ze krijgen eten. Ja, hun aanvraag wordt minutieus bekeken. Alles wordt volgens de regels gedaan. Maar misschien is dat nu juist het probleem: de regels zijn heilig, maar de menselijke maat verdwijnt.

 

Het boek is een pijnlijke spiegel voor ons Nederlanders. Het legt de vooroordelen bloot: heeft de asielzoeker de fiets gejat of die blonde, Hollandse knul? De manco’s in het systeem: hoe kan een vluchteling een systeem überhaupt vertrouwen als hij alleen het eigen corrupte regime kent? Het geeft duidelijk de pijnpunten weer van dat systeem. Als Irakees beschrijft Semmier hoe Nederlanders zich vasthouden aan regels, afspraken en protocollen. En hoe belangrijk wij tijd vinden. Dat heeft voordelen: protocollen zijn er niet voor niets. Maar je kunt je er ook op blindstaren. Want wie zegt dat wij de wijsheid in pacht hebben?

 

In een interview met de schrijver in het NRC legt Rodaan het uit hoe het is om je te onderwerpen aan een systeem. Hij zegt dat het niet hetzelfde is als integreren, maar dat je getemd wordt. Zelf vindt hij dat niet erg, want ‘vermoord mijn geest honderd keer, maar steek een mes in mijn lichaam en het is gebeurd’.

Het boekt suddert nog na in mijn hoofd. Ik ben er nog niet uit wat ik er precies van moet vinden. Los van dat het goed is en leest als een trein. Lezen dus. Ik ben benieuwd naar jouw mening.