Klikgebitten in de sauna

‘Ik wil geen klikgebit’, zegt de vrouw naast me resoluut. ‘Maar dan krijg je klappertanden’, roept haar buurvrouw uit. Gniffelend eet ik verder van mijn broodje geitenkaas. Achter mijn zonnebril luister ik met gespitste oren het luide gesteggel van de twee dames naast me af. Dat gaat van het trekken van kiezen – je kunt een brug nemen, ik heb ook een halve auto in mijn mond – naar kauwen op tandvlees – volgens mijn tandarts went het vanzelf -, naar suikerzakjes – ik heb laatst nog een appeltaart gebakken van mijn bewaarde zakjes-, naar wel of niet roken – als je al lang rookt, kun je beter niet stoppen want juist dan word je ziek. Nee, de dames laten zich in hun conversatie niet hinderen door kennis van zaken.

Even later lig ik in de sauna te puffen wanneer een viertal me vergezelt. Ik hoor wat een slanke, behaarde man nog van zijn vrouw in de tuin moet doen, hoe zijn vriend het presteerde om de stroom voor de tuinverlichting compleet verkeerd aan te leggen – nu zit álles op een dimmer – en hoe de bijbehorende dame zich niet liet afschepen door een dure strandtent – ik heb ze gewoon gemaild dat we niet komen. Nou, nou, dat zal ze leren. Wat je allemaal niet ter ore komt tijdens een ontspannend dagje sauna voor één. Ter oge ook trouwens: zelden aanschouwde ik zoveel lillend en trillend vlees. Je valt eerder op als je perfect bent. Mijn fysieke, mentale en inspiratiebatterij is weer helemaal opgeladen.

Tracy over haar en liefde

Tracy Chapman schalde door de auto terwijl ik de snelweg opreed. Lang geleden draaide ik de cd compleet grijs en nu had ik hem weer opgeduikeld. Woord voor woord zong ik de teksten mee die blijkbaar nog ergens in mijn hersens waren opgeslagen. Wonderbaarlijk hoe je brein zoiets onthoudt. Alsof je een vergeten, stoffige doos van achter het schot op zolder haalt en de woorden er één voor één uithaalt.

Ik was veertien toen Tracy mijn leven binnenkwam. Ik dacht overigens eerst dat zij een man was, vanwege de diepe, warme stem. Het besef dat ik het mis had, kwam pas toen ik haar naam goed tot me door liet dringen. In die tijd leefde ik van songteksten. Ik stond ermee op, schreef ze stiekem in schriften tijdens schooluren en ging ermee naar bed. En toch begreep ik niet alles wat er gezegd werd. Ik begreep wat een ietwat onzekere maar gelukkig opgroeiende veertienjarige kán begrijpen, maar meer ook niet.

Nu ik wat ouder ben, hoor ik meer. En wat me opviel is dat de teksten van Tracy nog steeds actueel zijn. Helaas. Met name het nummer Why raakte me. Want hoewel ze zingt ‘the time is coming soon’, is er helaas weinig veranderd. Vandaag, de dag dat we mogen (en moeten) stemmen, blijft het in mijn hoofd hangen. Het haalt de idealist in me naar boven. Die zat in het meisje van veertien en bestaat nog steeds in de vrouw van 36 jaar.

Why do the babies starve
When there’s enough food to feed the world
Why when there’re so many of us
Are there people still alone
Why are the missiles called peace keepers
When they’re aimed to kill
Why is a woman still not safe
When she’s in her home

Love is hate
War is peace
No is yes
And we’re all free

Verhalen met een rietje

Waarom kan ik me mijn geschiedenisleraar van de middelbare school zo goed herinneren? Waarom weet ik sommige details nog van de verhalen die hij vertelde terwijl veel van mijn schooltijd verder is verzand in een bak algemene kennis zonder noemenswaardige uitschieters? Het antwoord is omdat hij daadwerkelijk het verhaal van geschiedenis vertélde. De klas hing aan zijn lippen. En wat hij zei, zoog mijn brein op als limonade door een rietje.

De benen gestrekt onder het tafeltje, licht achterover leunend, de zon die schuin door het raam naar binnen scheen en de oren gespitst: ontspannen maar aandachtig luisterde ik naar meneer Heestermans. En nu besef ik dat hij mijn inspiratiebron is geweest. Waarom ben ik tekstschrijver geworden? Omdat ik ook verhalen wil vertellen. Omdat ik iets over wil brengen, ondertussen creatief bezig wil zijn én omdat ik iets te vertellen heb. Mijn eigen hersenspinsels of die van een ander.

Na twee jaar interimopdrachten bij ETZ en Tilburg University sla ik mijn laptop weer open aan de eettafel. Ik heb genoten van de afgelopen tijd als interimmer en er veel van geleerd. Over organisaties, mensen, communicatie en strategische beslissingen. Ik stop het in mijn rugzak en neem het mee. Maar waar gaat de reis nu naar toe? Dat ik dat niet precies weet, maakt me niet onzeker maar geeft me juist een fantastisch gevoel: de mogelijkheden zijn legio. En toch weet ik dat er één leidraad is die me de weg wijst: schrijven, verhalen vertellen. Want dat is waar mijn hart ligt. Of het nu via een blog, website, interview of boekje is: ik wil nog veel meer verhalen optekenen.  Daar ga ik voor, bedankt Heestermans.