Waarom kan ik me mijn geschiedenisleraar van de middelbare school zo goed herinneren? Waarom weet ik sommige details nog van de verhalen die hij vertelde terwijl veel van mijn schooltijd verder is verzand in een bak algemene kennis zonder noemenswaardige uitschieters? Het antwoord is omdat hij daadwerkelijk het verhaal van geschiedenis vertélde. De klas hing aan zijn lippen. En wat hij zei, zoog mijn brein op als limonade door een rietje.
De benen gestrekt onder het tafeltje, licht achterover leunend, de zon die schuin door het raam naar binnen scheen en de oren gespitst: ontspannen maar aandachtig luisterde ik naar meneer Heestermans. En nu besef ik dat hij mijn inspiratiebron is geweest. Waarom ben ik tekstschrijver geworden? Omdat ik ook verhalen wil vertellen. Omdat ik iets over wil brengen, ondertussen creatief bezig wil zijn én omdat ik iets te vertellen heb. Mijn eigen hersenspinsels of die van een ander.
Na twee jaar interimopdrachten bij ETZ en Tilburg University sla ik mijn laptop weer open aan de eettafel. Ik heb genoten van de afgelopen tijd als interimmer en er veel van geleerd. Over organisaties, mensen, communicatie en strategische beslissingen. Ik stop het in mijn rugzak en neem het mee. Maar waar gaat de reis nu naar toe? Dat ik dat niet precies weet, maakt me niet onzeker maar geeft me juist een fantastisch gevoel: de mogelijkheden zijn legio. En toch weet ik dat er één leidraad is die me de weg wijst: schrijven, verhalen vertellen. Want dat is waar mijn hart ligt. Of het nu via een blog, website, interview of boekje is: ik wil nog veel meer verhalen optekenen. Daar ga ik voor, bedankt Heestermans.