Ik was ook zo’n zeikerd. De gemeente ging de vuilnisbakken in plaats van elke week, om de week ophalen. De ene week restafval en groen, de andere week papier en plastic. Ver-schrik-ke-lijk, dachten veel mensen, waaronder ik. Want: te weinig ruimte, maden en ander ongedierte. Toegegeven, ik was een beetje laks in het scheiden van afval. Een slechte zaak, ik weet het, zeker aangezien ik ben opgevoed met het zeer nauwkeurig scheiden van al het afval (paps werkte bij de M van VROM). Met name plastic belandde bij Mathijs en mij heel vaak bij het restafval, want ik vond het teveel moeite om een aparte bak in de keuken neer te zetten of om even naar buiten te lopen in de regen/zon/kou/sneeuw.
Maar ik ben om. Ja, in de zomer hebben we zo nu en dan maden. En ja, dat vind ik walgelijk, maar sinds we van die biologisch afbreekbare zakjes voor het groente- en fruitafval gebruiken en de bak uitspuiten na het ophalen, gaat het beter. En ja, het was wennen om consequent te zijn en afval netjes te scheiden. Veranderingen kosten altijd moeite, maar vallen op termijn gelukkig ook meestal mee.
En nu? Nu valt het me vooral op hoe belachelijk veel plastic- en blikafval we wel niet hebben. Kartonnen yoghurtpakken, vleesverpakkingen, zakjes met groente en fruit… Het is een overdaad en doet me afvragen of het wel nodig is allemaal. Toegegeven, mijn motivatie kreeg even een knauw toen ik vandaag op Nu.nl las dat veel gescheiden plastic alsnog de verbrandingsoven ingaat. En dat het sowieso maar een klein onderdeel vertegenwoordigt van de totale CO2-uitstoot. Maar toch, het kan altijd beter, en ik heb de smaak te pakken. Mijn volgende doel wordt om minder plastic in huis te halen. En oja, om nooit meer te vergeten om de bak buiten te zetten, want met een gezin van vijf is elk soort na twee weken goed gevuld.