De onderbrekende vloek

Ken je dat gevoel van lekker bezig zijn? Dat je je volledig concentreert op wat je aan het doen bent, de wereld om je heen er even niet is en je in staat bent prachtige resultaten te bereiken. Je bent productief, voortvarend en nou ja, lekker bezig. Of je het nu een flow, zen of mindfull noemt: het is heerlijk.

Of ken je dat krampachtige gevoel van het afwerken van een takenlijstje in je hoofd? Wanneer het je moeite kost om te onthouden wat je ook alweer allemaal moest doen. En je je best doet om alles te vervolmaken. Koekjes mee, koffie op het boodschappenlijstje zetten, fietssleutel, zonnebrandcrème, waar liggen die luiers nou?, oja, hier ligt de herinnering van de tandartsrekening, da’s waar ook: tandpasta op het boodschappenlijstje en het wc-papier boven is op, dus even een rol op de trap zetten. En ga zo maar door.

Twee heel verschillende situaties, maar wat ze gemeen hebben is het volgende: je wil een bordje met ‘niet storen’ op je hoofd plakken. En dat is niet altijd even makkelijk. Zeker niet voor ouders. Want tig keer per dag word ik onderbroken door een noodkreetachtig ‘Mama!?’. De verwachting is dan dat ik alles uit mijn handen laat vallen en à la minute reageer. En of ik dat nou doe of niet, mijn concentratie is onderbroken.

Want wat gebeurt er als je wél wordt gestoord? Dan word je opeens wakker uit je zenvolle bui. Of de onderbreking opent de sluis in je hoofd. En met een rotvaart gaat dat krampachtig opgedreunde to-do-lijstje de afvoerput van je brein in. En laat mij dat nou heel vaak gebeuren.

Ik zie het als de verborgen vloek van het ouderschap (of moet ik zeggen moederschap? Want volgens mij heb ik er meer last van dan Mathijs) dat je thuis zelden of nooit meer iets kunt doen zonder dat er een kind tussendoor komt omdat het dorst heeft, iets van de bovenste plank wil hebben, vraagt wat we gaan eten vanavond of ruzie maakt. Een onverwachte vloek, die me heeft verrast in mijn ontdekkingstocht als moeder. Maar wat ik dus eigenlijk wil zeggen met deze blog is dat als ik iets vergeet, je me dan moet vergeven. Het is niets persoonlijks, ik word onderbroken.

De zomer van 2018

Wat was het heet hè.
We waren al even bang dat het mooie weer op zou zijn als wij op vakantie gingen, maar dat bleek absoluut niet het geval. Sterker nog, het mooie weer leek deze zomer een bodemloze put te zijn vol zon, geel gras en zweet. Het was genieten met een grote G op vakantie (en daarna thuis). Van buitenspelen, modderdammen bouwen op het strand, barbecueën, zwemmen en schaduwplekjes zoeken.

Groot voordeel is ook dat de was zo lekker droogt (sprak de huisvrouw). Daardoor was de ondergekotste autostoel weer zó schoon en hingen er dag na dag badhanddoeken te wapperen in een warm windje. Daar kan geen droger tegenop (en dank namens het milieu).

Het nadeel van al deze zonnigheid is dat het ook een schaduwzijde heeft. Die van oude van dagen die omvallen van uitdroging en warmte. En van kleine kindjes (of pubers) die je even uit je blikveld verliest om voorgoed te verdwijnen in een zwembadpomp, plas of greppel. Nou ben ik van nature geen paniekerd. Ik denk dat het eigenlijk altijd wel goed komt, en laten we eerlijk zijn: vaak is dat ook zo. Maar bij dit soort berichten krijg ik de brok in mijn keel maar moeilijk weggeslikt. Want, als we dan toch eerlijk zijn, welke ouder is niet ook wel eens een moment zijn of haar kind kwijt geweest. Om hem dan vervolgens opgelucht ergens weer vandaan te plukken. Het gebeurt. En het gaat meestal goed. Gelukkig maar.

De zomer van 2018 gaat bij mij de boeken in als superzomer. Dagen die zich aaneenregen van zon en waterplezier, de geur van zonnebrandcrème, plakkerige handen van het ijs, binnen sjoelen in je blootje en je zonnebril altijd in de buurt. Lange zomeravonden in de tuin, op de kermis of aan het water. Maar ook een zomer van mensen die zomaar ziek worden, aardbevingen die gevoelsmatig dichtbij lijken omdat familie er in de buurt vakantie viert en een woonkamer waar de thermometer op zijn piek 31,5 graad Celsius aangeeft. En dus, ben ik klaar voor het nieuwe schooljaar. Voor structuur en regelmaat. Broodtrommels en al het nieuws dat groep 3 gaat brengen. En vooruit een paar druppels regen. Dan haal ik die dichte schoenen, lange broeken en jassen ook weer tevoorschijn.

Of ik worst lust en of ik het eet

Het eten van bewerkt vlees vergroot de kans op darmkanker.

Heb ik een worstje minder gegeten van de barbecue deze zomer na het lezen van dit nieuws? Om eerlijk te zijn: nee. Maar waarom eigenlijk niet?

Hoe het werkt
Je denkt ‘interessant verhaal, maar ik hoef niet te veranderen’.
Eigenlijk luister je tijdens een discussie niet naar wat een ander zegt, omdat je ondertussen je eigen tegenargumenten in je hoofd formuleert.
Je zoekt bewijs dat past bij jouw overtuiging.
En we doen het allemaal.

Zo ook ik met de worsten, hamburgers en vleeswaren. Want ik eet ze graag. En dus laat ik ze liever niet liggen. Bovendien is de verhoogde kans nou ook weer niet zó spectaculair, blijkt als ik de uitleg op de site van het Voedingscentrum bekijk: het risico op darmkanker gaat van 6 op 100 naar 7 op 100. Je zou maar net die ene zijn, maar toch.

Ons advocatenbrein
Waarom is het zo moeilijk voor mensen om te veranderen van overtuiging? Ik las er een interessant artikel over op De Correspondent: Waarom slimme mensen domme dingen zeggen. Discussies rondom vaccinaties, borst- of flesvoeding, de vluchtelingencrisis, vegan eten en wel of geen alcohol drinken leveren vaak een patstelling op. En iedereen beroept zich op keiharde cijfers. Toch zijn deze cijfers discutabel. Want er wordt gelogen met cijfers, of beter gezegd met de hoe ze worden uitgelegd. Het zit hem in het verschil tussen correlatie en causaliteit: veroorzaakt het een het ander of gaat het om een toevalligheid en kunnen veel andere factoren van invloed zijn?
Bovendien, schrijft Sanne Blauw in haar artikel, speelt psychologie een belangrijke rol. “Ons brein werkt als een advocaat, koste wat kost zal het argumenten vinden om onze overtuigingen te verdedigen.”

Nieuwsgierig blijven
Sinds ik dat gelezen heb, plopt het op onverwachte momenten omhoog in mijn hersens wanneer ik artikelen lees bij onderwerpen waar ik zelf een duidelijke mening over heb. Hoe objectief ben ik? Wat is nu eigenlijk waarheid? Blauw geeft gelukkig een tip. Namelijk: besef dat je feilbaar bent. En blijf nieuwsgierig, want dat is je wapen. “Kies niet alleen artikelen die bevestigen wat je toch al dacht. Zoek naar informatie die je verrast, die ingaat tegen je overtuigingen, die je je misschien ongemakkelijk, boos of wanhopig laat voelen.” Oké dan. Dat kan en gá ik doen, ik ben namelijk altijd rete-nieuwsgierig. Maar of ik mijn Fuet laat liggen, durf ik nog niet te zeggen.