Veertig kaarsjes

Veertig jaar. Al in september zag ik het voor me: een spetterend ‘grote mensen’-feest in een kroeg waarbij er tot in de kleine uurtjes gedanst, gekletst en gelachen zou worden. Want deze mijlpaal moest gevierd worden.

Ik hield mijn ogen open voor leuke locaties, maar had er nog geen gevonden. Ik stuurde sommige vrienden en familieleden al een ‘save the date’ maar had zelf nog geen oppas. Ik maakte er me niet druk over. Alsof ik onbewust al wist dat er een kink in de kabel ging komen.

En die kwam er in de vorm van corona. Dansjes, drankjes en goede gesprekken zijn een gelimiteerd goed momenteel. En dus vier ik mijn verjaardag met een select groepje lieve mensen: mijn gezin. Al kreeg ik afgelopen weekend ook een paar verrassingsbezoekjes. Maar dat feest, dat gaat er komen. Misschien met veertig en acht maanden, misschien met 41 jaar, het maakt niet uit. Ik heb zomaar het vermoeden dat de dansjes nog net even uitbundiger gaan zijn, de gesprekken net wat geanimeerder en het gelach nog net even iets luider. Voor nu vermaak ik me met schilderkunst van de kinderen, taart en lieve cadeautjes. En met het vooruitzicht dat wat in het vat zit, niet verzuurt.

N.b. Nee, ik vind het niet erg om veertig jaar te worden. Nee, dat voelt niet anders (ik denk dat ik me nog dertig voel, voor zover je dat kunt weten). Ik voel alleen dat je als vrouw van veertig bent af geserveerd als vruchtbare bodem. Die jaren liggen achter me. Dat is prima, en een beetje confronterend.

Hoe was het op school? Leuk.

Na acht weken thuisschool, werken en leven vlogen de drie vogeltjes gisteren weer enthousiast uit. Evi stond om half acht helemaal aangekleed inclusief schoenen naast ons bed met de mededeling dat ze naar beneden ging om haar brood te smeren. Joep had er op zich wel zin in, maar was liever nog even in zijn bed gebleven en Huub kon ik even later bijna niet bijhouden toen hij naar het kinderdagverblijf rende. Er kon op het eind nog net een zwaai vanaf.

Het zorgde bij mij voor gemengde gevoelens. Blijdschap dat ze met zoveel enthousiasme weer naar school gaan en dat ze het daar zo naar hun zin hebben. En tegelijkertijd melancholie omdat het een beetje voelde als opnieuw ‘de eerste schooldag’. We sluiten een periode af van intensief samenzijn dat leidde tot prachtige momenten, inzichten en plezier. Maar ook tot frustraties, ruzies en dagen die voorbij vlogen en tegelijkertijd eindeloos leken te duren.

Op school is het hetzelfde en toch anders. Halve klassen, extra regels en looproutes op het schoolplein. De meester weer zien, maar dan wel op anderhalve meter afstand.

Thuis is het hetzelfde en toch anders. Als vanouds smeerden we boterhammen voor broodtrommels. We pakken ons werk weer op (zonder onderbrekingen!). Toch is het anders, want vandaag is de thuisschool weer ‘gewoon’ geopend.

Het voelt alsof ik Joep en Evi opnieuw los moet laten. De afgelopen acht weken heb ik ze weer beter leren kennen in hoe en wie ze op dit moment zijn.

Om drie uur sjouwden mijn twee schoolgangers een volle tas (t)huiswerk mee door de schooldeur naar buiten. Evi ging meteen spelen bij een vriendinnetje, waardoor Joep en ik opeens met zijn tweetjes alleen thuis waren. Vrij uniek na acht weken lockdown. En dus stelde ik de vraag: hoe was het op school?

Leuk.

Daar zal ik het voorlopig weer mee moeten doen.