Achterover leunen

Langzaam opent de wereld zich een beetje. We kunnen weer wat. Een bezoekje aan het Safaripark, een terrasje pakken en weer eens naar de Efteling. Het mag weer. Een paar weken geleden had ik gedacht dat ik dat ge-wel-dig zou vinden. Maar nu het (bijna) zover is, merk ik dat het grote gevoel van blijdschap en opluchting er niet is. Hoe komt dat toch?

De laatste weken kwamen we in een rustig voortkabbelend ritme van school, buitenspelen, werk en huishouden. Geen sportlessen of andere (sociale) verplichtingen, geen plannen en agenda’s, maar leven met de dag. Dat bleek ik dus best wel lekker te vinden. De eerste reden dat ik niet keihard aan het juichen ben is dus dat ik al die dingen niet zo hard nodig blijk te hebben als ik dacht. Het leven is ook leuk zonder.

Maar dan nog, een uitje is toch altijd leuk? Klopt. Maar het is anders. Het terras heb ik nog niet bezocht, want was is er eigenlijk mis aan picknicken in een park of bos? We hebben inmiddels wel het Safaripark, Speelland en de Efteling weer bezocht. Het is niet dat deze parken niet hun best doen (zeker de Efteling niet), maar met de coronamaatregelen is de beleving toch anders. Het is minder vrijblijvend plezier maken, meer opletten en daardoor gekunsteld genieten. Het plezier zit in het loslaten en mentaal achteroverleunen. En dat kan niet. En dus brengt het me niet het plezier dat ik normaal gesproken heb.

Klinkt verwend hè. Dat realiseer ik me. En toch, misschien heb jij het ook wel?