Het regent, het zegent, de pannetjes worden nat. In het liedje klinkt het heel gezellig. Het klinkt alsof Jip en Janneke hun regenlaarsjes aantrekken en lekker door de plassen gaan stampen. Alsof iedereen het hartstikke leuk vindt dat het regent, want daar kunnen we best tegen toch. En het klinkt alsof de bui zo weer over trekt.
Maar dat is dus niet zo. Zoals jullie weten regent het al dagen in Nederland. Na vele weken van droogte (en lekker weer voor de tijd van het jaar!) snakte de tuin naar wat hemelwater. Ik ben blij voor de tuin en ik wil ook niet teveel zeuren, maar nu is het wel genoeg. Want zo leuk als in dat kinderliedje is het helemaal niet. Ja, voordat ik kinderen had was een regenachtig weekend een goed excuus om op de bank te kruipen met een goed boek, potje thee en een dekentje erbij. Of om ’s middags spelletjes te spelen in de kroeg met een biertje en bitterbalen. En later een sateetje want niemand heeft dan nog zin om te koken. Maar dat kan dus niet met kinderen.
Ik kan namelijk niet een hele dag binnen zitten met Joep en Evi. Dan komen de muren een beetje op me af en krijgen zij onderling ruzie over nu dan het ene en dan weer het andere speeltje. Een frisse neus halen is voor allemaal fijn. Even een verandering van uitzicht doet wonderen voor het humeur. Maarja, wat als het continu regent. Met twee kinderen van anderhalf is het dan niet zo leuk om naar buiten te gaan. En als het even droog is, is de speeltuin veranderd in een modderpoel met natte toestellen. Dus dat is ook niet handig.
Zaterdag gingen we met de familie naar een binnenspeeltuin. Dat was een eerste keer voor ons. En hoewel ik een beetje bang was voor de drukte, andere terrorkinderen en de frietlucht, viel het me 100% mee. Joep en Evi speelden de sterren van de hemel, dus het was zeker voor herhaling vatbaar. Maar elke dag naar de binnenspeeltuin? Nee. En voor veel dingen zijn ze nog te klein (koekjes bakken bijvoorbeeld). Iemand nog ideeën?
