Elf jaar moederschap

Al eerder schreef ik over hoe ik het moederschap ervaar. De laatste keer was toen Huub 1 jaar werd.

Inmiddels wordt hij in juni alweer zeven jaar, dus je kunt wel stellen dat er van alles veranderd is.

Ik doe een boekje open.

Laatst realiseerde ik me dat ik niet meer ‘in de kleine kinderen’ zit. Geen luiers of potjes meer, niet meer achter een hobbelende dreumes aansjouwen terwijl je koffie koud wordt of ’s nachts opzitten naast een stomende douche met een huilend, snotterend kind.

Maar wél grote mensenspelletjes spelen (en ook verliezen), gesprekken voeren over de Tweede Wereldoorlog (ja, die mensen gingen in de trein bijna allemaal hun dood tegemoet), voortplanting (en dan kun je dus een soa krijgen) en het hemoglobinegehalte in je bloed (als dat te laag is, word je snel duizelig en mag je geen bloed doneren).

Ik moet zeggen dat het me wel bevalt. Ik kan me de eerste keer herinneren dat wij op een vakantie nog maar een drankje namen want ‘we konden best wat later eten en de kinderen zijn lekker aan het spelen’ terwijl we keken hoe een peuter wiens zwembandjes net waren afgedaan bijna met kleding en al het zwembadwater inliep. Wat een geluksvogels waren wij. Of afgelopen zomer toen ik me op de camping om 22.30 uur opeens realiseerde dat Huub nog rondliep. Oeps. En dat we zowaar iedere ochtend allemaal uitsliepen. Dat is nog eens bijtanken.

Maar je staat wel voor andere dilemma’s. Wat doe ik wel en wat doe ik bewust niet zodat ze opgroeien tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen? Hoe help ik mijn kind zijn of haar plek vinden in een groep? En in hoeverre ondersteun ik met schoolwerk of laat ik hen zelf hun eigen fouten maken? Er is geen eenduidig antwoord te geven maar het is een zoektocht met ups en downs. 

Hoe dan ook. Wat ik verder heb geleerd of ontdekt:

  • Dat grote kinderen soms ook nog veel ‘werk’ zijn.
  • Dat discussies intens kunnen zijn.
  • Dat het heerlijk is om één op één met ze op pad te gaan en van hun wijsheid en gezelschap te genieten.
  • Dat ze opeens de hele middag zelf buiten spelen en je na wat klusjes denkt ‘wat zal ik nu eens doen’.
  • Dat ze soms al wat puberaal gedrag kunnen vertonen.
  • Dat ze op andere momenten dingen doen waarvan je denkt ‘hee, de opvoeding beklijft!’.
  • Dat het geweldig is om naast ze te mogen oplopen terwijl je ziet dat ze zichzelf ontplooien tot de mooie mensen die ze zijn.