Existentiële vragen

Eén keer per jaar ga ik met mijn schoonmoeder een avondje naar de schouwburg. Meestal kiezen we een kleinschalige musical. We genieten van de talenten op het podium die vaak meerdere rollen vervullen, de muziek, het decor dat steeds met kleine veranderingen een compleet andere setting biedt, en we genieten van het samen op pad zijn.

Zo ook vorige week donderdag.
De Mol en de paradijsvogel.

Een musical over Albert Mol en hoe hij zijn homoseksualiteit voluit toonde op de Nederlandse televisie in een tijd dat dit nog niet gewoon was. Ik verwachtte een avond heerlijk vermaak, mooie muziek en dans en een goed verhaal.

Ik kreeg zoveel meer!

Want de musical gaat niet per se over Albert Mol (die, om eerlijk te zijn, van voor mijn tijd is). Het gaat over existentiële vragen. Vragen die van alle tijden zijn.

Wie ben ik? Wat laat ik anderen zien?
Ben ik mezelf als ik het podium (letterlijk of figuurlijk) pak en vol overgave laat zien welke talenten ik in huis heb?
Of ben ik mezelf als ik thuis op de bank onder een dekentje een film kijk?
Hebben we allemaal een paradijsvogel in ons, gekooid of vrij gelaten?

Wanneer hoor ik erbij?
Waar vind ik gelijkgestemden?
En wat als ik nergens bij hoor?

Het was een magische avond. In een razend tempo namen de acteurs het publiek mee op reis langs alle scènes. Met een live band, fantastische dansers en prachtige stemmen imponeerde het gezelschap op alle vlakken.

Eén acteur blijft me het meeste bij. Deze boomlange, zachtaardige kerel die in zijn vrije tijd ook als uitsmijter aan de gang kan gaan, laat de mens in alle facetten zien; robuust, groot en dominant, en dan weer liefdevol, warm en meelevend.

Een voorstelling die nog wel even nagalmt in mijn hoofd.

En dan zijn er mensen die zeggen dat cultuur een onnodig extraatje is…

Verbouwen of verhuizen

Even naar Funda.nl.
Standaard iedere ochtend neem ik een kijkje. Mijn zoekinstellingen automatisch opgeslagen.

  • Te duur (voor wat je krijgt).
  • Niet mijn smaak (en dus zonde en te duur om aan te passen).
  • Verkeerde locatie.
  • Slaapkamer te weinig (en geen mogelijkheid om die gemakkelijk te maken).
  • Te kleine tuin.
  • Te verouderd (en daardoor weer te duur).
  • Naast een friettent (ik hoef de geur van frituurvet niet in mijn slaapkamer).
  • Te saai, te gelikt, te … vul maar in.

Het is nog niet zo gemakkelijk, zeker niet in deze markt. En eigenlijk mag ik niet klagen want we zitten niet op de schopstoel.

Want we willen helemaal niet verhuizen. We houden van ons huis(je) en de locatie. Maar een iets grotere woonkamer, tuin en badkamer zou heel fijn zijn. Maarja, vindt dat maar eens! Je wilt er wel op vooruit gaan en dan moet je de portemonnee trekken.

De andere optie is verbouwen. Beneden is er weinig ruimte om uit te breiden, maar boven zien we mogelijkheden. De eerste offertes zijn helaas nogal… heftig. Voor het bedrag waar we negen jaar geleden nog een dakkapel en vaste trap lieten plaatsen, heb je nu niet eens het sanitair van de badkamer. Dat is even slikken.

En dus blijft het voorlopig het dilemma: elke dag Funda openen. Elke dag gesprekken over ‘hoe we slim kunnen verbouwen’. Want dat bad, dat wil ik. En dat past nu niet.  

Disclaimer mocht je me een verwend nest vinden: een bad was ooit een voorwaarde van mij, maar dat heb ik laten gaan toen we dit huis bijna vijftien jaar geleden kochten. Het wordt tijd om die voorwaarde alsnog in te lossen. Vind ik.

En ja, ik ga er zeker in zitten (maar niet in het bad op de foto).