Met mijn gedachten ergens anders, ben ik altijd overal.
Deze spreuk van Loesje prijkte in mijn pubertijd op de muur van mijn kamer.
Ik zat toen best vaak met mijn gedachten ergens anders. Mijn vader noemde me niet voor niets een dromer (mijn zussen vond hij ‘een leider’ en ‘verzorgend’). En daar is niets mis mee.
Soms is de voorstelling die je van iets hebt in je hoofd mooier dan de werkelijkheid. Het is als een net geopende zak koffiebonen. Die geur is in mijn ogen onovertroffen, daar steekt het kopje koffie schril bij af.
Nu ben ik aan het peinzen over mijn badkamerdroom; gaat die nieuwe badkamer zijn zoals de koffiebonen of de koffie? Ik droom namelijk al vijftien jaar over een bad. Inmiddels zitten we middenin de verbouwing en kan ik het heugelijke feit delen dat het er komt, dat bad. Sterker nog, het ligt momenteel in de garage te wachten op installatie.
Elke dag loop ik even de ruimte in om te zien wat er is veranderd. Dat heeft weinig met dromen te maken, het is gewoon de harde werkelijkheid van bouwstof, afgedopte leidingen en een voorzetwandje. Te midden van het drogende stucwerk denk ik aan eindeloze baddersessies. Net iets te heet water, volop schuim, met mijn boek wegzakken in de troostende warmte van het water. Iemand die een kopje thee (of glaasje wijn) komt brengen. Ik kan me eigenlijk niet goed voorstellen dat ik daar straks écht lig. Het is te mooi om waar te zijn.
Ik hoop zó dat de droom niet mooier is dan de werkelijkheid. Dat die tegels die we uitgekozen hebben en er mooi uitzagen in de winkel, inderdaad goed bij elkaar passen als ze eenmaal zijn geplaatst. Want je kiest ook maar iets uit toch, op gevoel. We gaan het zien. Over twee weken komt mijn badkamerdroom uit, ik houd jullie op de hoogte.