Al vaker had ik de toren robuust en modern in het landschap zien staan terwijl ik over de snelweg reed. Hoe zou het uitzicht daarboven zijn? Toen ik afgelopen weekend langs een paadje fietste met een bord ‘uitkijktoren Den Herdgang linksaf’ bleef dat in mijn hoofd hangen.
En dus trakteerde ik mezelf deze maandagmiddag op een wandeling. Ik toog richting Moerenburg, zette een podcast op over hoe je je beste leven leeft en genoot van de zon, de wind op mijn gezicht en de ruisende bomen om me heen. Wat een voorrecht om op zomaar een maandagmiddag een uur voor mezelf te hebben.
Na een tijdje sloeg ik linksaf het paadje in. Hoe ver de toren nog lopen was, wist ik niet, maar ik was vastbesloten om mijn doel te bereiken.
Totdat ik ze zag staan.
Vijf mannen in oranje overalls met maaimachines en een elektrische zaag. Daar moest ik langslopen, alleen. Met niemand anders in de buurt.
Mijn lijf blokkeerde en zei me maar één ding: omkeren. Daarop startte een interne dialoog.
Het zijn gewoon een paar mannen die aan het werk zijn, niets aan de hand. Ik mag hier lopen.
Als ze je te grazen nemen, kun je niets doen.
Je bent geen jong blaadje meer, ze vinden je écht niet meer interessant.
Er worden ook vrouwen van 70 verkracht.
Je ziet er niet uitnodigend uit met je wijde spijkerbroek, t-shirt en make-uploze hoofd.
Alsof dat verschil moet maken.
Dit pad is er ook voor jou.
Ook op klaarlichte dag gebeuren er verschrikkelijke dingen.
Je wilde zo graag naar die toren, laat je niet weerhouden door angst.
Die laatste opmerking galmde na in mijn hoofd terwijl ik opzocht hoe ver het eigenlijk nog lopen was. 450 meter. Zo dichtbij.
Ik ga dit doen.
Ik wandelde langs de mannen, die mij zo goed als negeerden, een tunnel vol graffiti door, verder over een (voor zover ik kon inschatten) doodlopende weg naar de toren. Daar genoot ik van het uitzicht en de trots op mezelf. Maar er knaagde ook iets; ik moest nog terug.
Ook dat ging probleemloos.
Was het geluk? Wijsheid? Leeftijd? Onnodige angst? Ik weet het niet. De kans dat iets je overkomt is klein, maar wat als je net die ene met pech bent… Ik heb van vroeger uit gelukkig geen hele nare ervaringen, op wat opmerkingen, een tong in mijn oor, wat geknepen billen en een keer omrijden ’s nachts na. Maakt dat me roekeloos of geeft het me zelfvertrouwen? Ben ik zaken vergeten of bagatteliseer ik?
Hoe dan ook, vorige week hadden we thuis dat gesprek. Dat gesprek waarin ik dochter uitleg nóóit alleen naar huis te fietsen ’s nachts en oudste zoon om meisjes altijd netjes thuis te brengen, zonder bijbedoelingen. Het zou niet zo moeten zijn, maar helaas is het wat het is.
