De wondere, medische wereld

Misschien was ik in een ander leven wel arts geworden. Of chirurg. De medische wereld heeft altijd een grote aantrekkingskracht op me gehad. Mensen genezen, hoe gaaf is dat! Met bloed heb ik nooit een probleem gehad (ik kan gerust een operatie op tv kijken tijdens het eten, zo lang er maar niet gespuugd wordt), ik ben al jaren bloeddonor en toen ze op mijn achtste in het ziekenhuis mijn bloed wilde prikken om te controleren of ik geen blindedarmontsteking had, heb ik de vriendelijk babbelende dokters gevraagd om even hun mond te houden. Ik wilde zien hoe ik geprikt werd.

Achteraf gezien ben ik blij dat ik niet heb gekozen voor een medische carrière. Want naast het boeiende van het menselijk lichaam is er ook een keerzijde: het falen ervan. De duistere kant van de medische wereld past totaal niet bij mij. Verdriet, pijn, overlijden, ik zou er de halve tijd snotterend bij staan kijken. En dan heb ik het nog niet eens over de jarenlange studies, de 60-urige werkweken en het opofferen van vrije tijd. Nee, dan kun je beter teksten schrijven. Lekker creatief bezig zijn, veel nieuwsgierige vragen stellen aan allerhande mensen over de meest uiteenlopende onderwerpen. En wie weet gaat het soms wel over die wondere medische wereld.

Met aandacht kijk ik iedere week naar de docu Kijken in de ziel: artsen. Journalist Coen Verbraak stelt op een prettige manier prangende vragen over wanneer wel en wanneer niet behandelen, hoe om te gaan met eigen fouten of met regelgeving vanuit de overheid en of je als arts je werk ook mee naar huis neemt. Het geeft een ongekend kijkje achter de schermen van de medische wereld. Wat me vooral is bijgebleven is wat intensivist Hans van der Hoeven vertelde over hoe hij het beleefde om een tijdlang zelf patiënt te zijn. “Je probeert uit alles wat de dokter doet conclusies te trekken; een lach, een knik, een zucht.” Je leven in de handen van een arts, wat een verantwoordelijkheid.

Kijken in ziel: artsen, maandag 21.15 uur Nederland 2.